Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3787, pagina 275

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

[1] IS ter Vergaderinge gesesen de Requeste van den Predikant van de Gereformeerde 'Gemeente tot Offenbach, in het Giaafschap Ysenburgh gelegen , ve zoeckt nde, dat haar Hoogh Mogende haar tot opbouw van een Kerckhuys met een kleyne gifte gelieven te begunstigen. WAAR op gedelibereert zynde , is goedtgevonden ende verstaan, dat in het voorschreve versoeck niet kan werden getreden, en werdt dienvolgende het zelve afgewezen.
[2] ONtfangen een Missive van den Heere Gallieris, haar Hoogh Mogende Minister by den Rycksdagh, geschreven te Regensburgh den vier en twintighsten deser loopende maandt, houdende advertentie WAAR op geen resolutie is gevallen.
[3] ONtfangen een Missive van den Resident Bilderbeeck, geschreven te Manheym den ses en twintighsten deser loopende maandt, geaddresseert aan den Griffier Fagel, houdende advertentie WAAR op geen iesolutie is gevallen.
[4] ONtfangen een Missive van den Resident Spina , geschreven te Franckfort den seven er twintighsten deser loopende maandt, houdende advertentie. WAAR, op geen resolutie is gevallen.
[5] DE conclusie van eysch van Alexander van Kervel, als Procureur van Joansz Doncker, woonachtigh op het Eylandt St. Eustatius, zoo voor sigh zelven, en als Vader en Vooght van sijne minderjaarige Dochter Petronella Doncker, Impetrant van Mandament van rauactie, ter eenre, op en jegens Corneiis Lever, eerste Commis van den Slaavenhandel op Suriname, Gedaaghde in het voorschreve cas, ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedtgevonden ende verstaan, dat gestelt zal werden in handen van Partyen, om daar op te antwoorden binnen veertien, dagen na insinuatie dezes.
[6] DE conclusie van eysch van Alexander van Kervel , als Procureur van Joansz Doncker, wornachtigh op het Eylandt St. Eustatius, Impetrant van Mandament van revisie, ter eenre, op en jegens Jan Lespier, en Pieter Hassels, nomine uxoris, mede woonende op St. Eustatius voorschreve, Gedaaghdens , ter andere zyde. 18 na voorgaande deliberatie goedtgevonden en verstaan, dat gestelt zal werden in handen van Partyen, om daar op te ant woorden binnen veertien dagen naar insinuatie.
[9] IS ter Vergaderinge gelesen de Requeste van Dirck van Herwynen , oudt dertigh jaaren, gebooren binnen Bommel, houdende, dat hy Suppliant omtrent dertien jaaren als Soldaat in het Regiment van den Generaal Major Caris, onder de Compagnie van den den Lieutenant Collonel la Fosse hadde gedient, sonder ooyt met of zonder verlof van het Regiment te zijn geweest, en sich altydet hadde gedragen als en braaf Soldaat tot den negentienden Mey dezes jaars, wanneer den Suppliant tot sijn overgroot leetwezen het ongeluck hadde gehadt van droncken op sijn post van de Stadt Venlo te leggen slaapen, en door andere Persoonen die hem wacker maackten, geraden was geworden wegh te gaan, on dat meer Soldaten van die misdaadt wisten, dat den Suppliant om de straffe te ontgaan, dien raadt hadde aangenoomen , en van sijn post was gedeserteert , en sich deswegens aan de doodtstraffe hadde schuldigh gemaackt , doch dat hy Suppliant ten hooghsten leetwe zen hadde van die misdaadt, en niet genegen was een ander Mogentheyt dan dezen Staat te dienen; verzoeckende hy Suppliant, dat haar Hoogh Mogende de goedtheyt gelieven te hebben van hem sijn voorschreve misdaadt te vergeven, om sich vervolgens dan wer derom onder sijn voorschreve Compagnie te mogen begeven, ende dezen Staat voor al sijn leven langh te dienen als een getrouw Soldaat schuldigh is. WAAR. op gedelibereert zynde, is goedtgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreve Requeste gesonden sal werden aan den Raadt van Staate, om der selver advis daar op aan haar Hoogh Mogende te laten toekomen.
[10] IS ter Vergaderinge gelesen de Requeste van Pierre Serres, houdende, dat hy Suppliant uyt oorzaake, dat hy om het GeToof op de Galleyen in Vranckryck hadde geleden, by haar Hoogh Mogende Resolutie van den aghtsten Januari seventien hondert vyftien, begunstigh was geworden met een pensioen van vier hondert guldens 's jaars, waar van weder op den laatsten Junii dezes jaars ses maanden waaren komen te expireeren , verzoeckense, dat het voorschreve half jaar pensioen aan hem moge werden voldaan. EXEWAAR op gedelibereert zynde , is goedtgevonden ende verstaan, mits desen te versoecken den Raadt van Staate, om ten behoeve van den Suppliant wederom een Ordonnantie te doen depescheeren, tot betaalinge van een half jaar pensioen; mits dat den Suppliant aan gemelden Raadt van Staate zal moeten overleveren behoorlijcke Attestatie de vita.
[11] OP de Requeste van Johan Francois Lemmens, Leverancier alhier in den Hage. 15 naar voorgaande deliberatie goedtgevonden ende verstaan, dat ten behoeve van het Regiment Cavallerye van den Heere Trince van Nassau, een Pasport sal werden gedepescheert, om de Tenten ende VeldtEquipagie voor het voorschreve Regiment, tot het aanstaande Campement genomineert, breeder in de voorschreve Requeste gespecificeert, uyt Vrieslandt naar Maastricht te mogen uytvoeren, vry ende sonder betaalinge van 's Landts gerechtigheydt; ende zal het voorschreve Pasport goedt wesen voor den tydt van eene maandt, naar dat de laatste attache daar op zal wezen gestelt.