Een goud gelegen in Roeleveen is tegenwoordich

uijtter huer fol: 11 verso

Noch een stuck Lants groot acht hout gelegen

in Noortdorp wert tegenwoordich gebruijckt bij

2

Gerrit Claesz: Tijs als blijckt fol: 12

Volgend Goederen die ick ten huwelijck het inge¬

fracht ende staende huwelijck ofte naer't

1

overlijden van mijn huijsvrouw sijn afgelost

T Landt van Hollandt en Westvrieslandt

wan schuldich een Obligatie van sestienhondert

gls: Capl. ten Comptoire vanden ontfanger over

't quartien van Delft van dato den 16 Augusti

1636 en is afgelost door de Comijs slachtoe

op den 21 februarij 1668 als blijckt bij 't

ƒ 1600„

voorsz: Renteboeck fol: 3 verso

Tselve Landt was acguldich, een Obligatie

van ses hondert gls: Capl. ten comptoire

vanden Ontfanger over 't quartier van

helft van dato den 17en. Augusti 1640 ende

is mede afgeleijt door den Comijn slachtee

op den 21 februarij 1668 op voorschreve

ƒ

600„

Renteboeck fol: 4. dus

T selve Landt was schuldich, een Obeija¬

tie van duijsent gls: Capl. ten comproire

vanden ontfanger over 't quartier van Delft

van dato den 15en. september 1634 ende is

afgeleijt door den ontfanger Aelbert vander

Gradt op den 8 April 1671 op 't voorsz:

Rentebeeck fol: 5: dus

ƒ 1000„

ƒ 3200„

T selve Landt was noch schuldich, ven Obli¬

gatie van sehondert gls: capl. ten Comptoire

21

de andere sijde bedraecht ƒ 3200„

vanden Ontfanger over 't quartier van

Delft van dato den 17 Augusti 1640 ende is

afgelost door den connen Slach toe op den

21 februarij 1668 als blijckt bij t voorsz:

ƒ 600„

Renteboeck fol: 6: dus

Johan Francoijs Taitarolis ende daer nae

mijn Suster Johanna van Ringh, was schul¬

dich een Obligatie van twaelf hondert gls:

capl. 't gelt heb ick haer gegeven op den

3 Maert 1653 ende eij heeft het mij

gerestitueert op den 20en. Junij 1661 op t

ƒ 1200„

voorsz: Boeck fol. 9 dus

Juffr. Anna Steffens was schuldicg een

Obligatie van twee duijsent drie hondert

gls: capl. van dato den 6 September 1659,

ende is mijn afgeloet in twee partijen

te weeten den 12 November 1663 de

somma van duijsent gls: ende op den 8

November 1664 op 't voorsz. Renteboex

ƒ 2300„

fol: 12 verso

Cornelis Dircxsz Groen was schuldich een

Loorensebrief van tweehondert gls:

capl. volgens bekere Besegelde Brief

voor Schepenen van delft van dato 10

Julij 1647 het capl. is mij betaelt door

Nichte Geertruijt van Ringh, op den

ƒ 200„

11 Augusti 1670 dus

ƒ 7500

Den seeven Cornelis Dircxse Groen was

noch schuldich een Obligatie ende Rensebrief

van tweehondert gls: papl. is van dato den

16 October 1648 is moeder voldaen