op Engen en 18 septemb. 1687. Heb in david Staffmaker Varlet openb.

Nots. bij den oude van Holland geadmitteert noch tot Amsterdam

resideerende mij niette naergenoemde getuijgen gevoegt bij de

persoon ende woonhuijsen van Sr. Jean Cabrien, en aen een

uijt een naam en van wegen den Sr. Abraham bogaert

vorthoont en geexhobeert de ergrueele wille brieff hoor

vooren van woont tot woort gecopieert, en versocht voldoeninge

van deselve

aenstonts

waar op hij de tot antwoore gast dat hij het zelve ten Cassa

off morgen xer banco wijle betaalen

Ende nadienck Nots. geen ontfanger der per konde zyn

ende de reshijt uijt

soo heb is gegrettesteert dat de betaling niet na behooren

alreede ervallen was

en wierde gepresenteert en sulx van wissel en Een wessel

mitsgrs. van alle echtien tsae ende intresse alreed oversaekt

en als noch te veroorsaeken om alle deselve te verhalen

als meij na trecht van wissel vermogen zal

alles oprecht gedaen binnen Amsterdam en presentie

van Harmanus Goudsmit ende Johannes gladers

als getuijen hier over gestaan

J Gout smit

Staatstor

D: Stafmaker

Hamber

Varlet Nots.

N

Mareponse Surlakestre die Essens hr. tirce de Condres

te de ducllet dernier fachte aar Charles Cabrier

18

bet ope te Capageruijn tont pretanten en argaant de

Caesse ondemain en banque a Amsterdam den 18

Jean Cabrier &

Ao. 1692