No. 182

Heden veertien April negentienhonderd zes en twintig

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Willem Adriaan Jasper.

chauffeur, geboren en wonende alhier, oud

achttien jaren, minderjarige zoon van

Jan Ime Jasper, oud zesen vijftig jaren,

plantsoenwachter, wonende alhier en

Teuntje Johanna Ruijtenbeek, overle

zen en

Strendina Janna Albers zonder

beroep, geboren en wonende alhier, oud

negentien jaren minderjarige dochter van

Jan Jacob Albers oud achtenveertig

jaren, behanger en Marregtje ter Weeme,

oud tweeën vijftig jaren, zonder beroep.

beiden wonende alhier. De vader des bruide-

goms en de ouders der bruid verklaarden.

voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in

dezen echt

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den derden

dezer maand.

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en

getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Johan Hendrik Sgnatius

van der Bom, zonder beroep oud achtenzestig jaren,

en Bernard Jan Jacob Albers broeder der echtgenoote

kantoorlediende, oud tweeëntwintig jaren, beiden wo-

nende alhier. De echtgenoot verklaarde met toe-

stemming der moeder echtgenoote, bij deze te erkennen

eenkind genaamd: Anna Albers, geboren.

alhier op vijf Maart negentienhonderd zesen

twintig, wordende deze erkenning tevens door de

echtgenoote gedaan

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

No. 183

W

Heden veertien April negentienhonderd zes en twintig

huwelijk aan te gaan:

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

Martinus Gerardus van

Ooij, timmerman, geboren en wonende

alhier, oud twintig jaren, minderjarige

zoon van Joseph Johannes van Oog

oud zesenveertig jaren, hoofdconducteur bi

de Nederlandsche Spoorwegen en Elizabeth

Janssen, oud zesenveertig jaren

zonder beroep, beiden wonende alhier en

Cornelia Eijlander, zonder beroep

geboren in de gemeente Nederhorst den Berg

wonende in de gemeente Weesp, oud achten

twintig jaren, meerderjarige dochter van

Gerhardus Eijlander, oud zesenvijftig

Jaren —, fabrieksarbeider en Jansje

slagt, oud negenenveertig jaren, zonder

beroep, beiden wonende in de gemeente

Weesp. Beider ouders verklaarden, voor

mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier en in de

gemeente Weesp den derden dezer maand

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en

getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Bernardus Cornelis

Straatman, bankwerker, oud vierenzestig

jaren, en Gerrit Hendrik Janssen, oom des

echtgenoots loodgieter oud tweeënveertig

jaren, beiden wonende alhier

Waarvan

akte, welke overeenkor

is voorgel

M ter Weeme

W.A. Jasper

A J Albers

J H J vd Bom

Aaakn

a/ 2

BWolers

J atjer

7

JJ Albers

A. G. v. O.

G Grlander

C Eijlander J Llaoft

Azahy

vn Oor

B C Straatma

EJanssenGHJanssen