fo. 191.

eerste blag

Op heden drie Februari

W. A. L. Doris/

Achttienhonderd Zeven-en-Tachtig, zijn voor ons ondergeteekende

Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, in het huis

der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan

Cargartha Maria van Dus. 1

Schoten, naaister, wonende alhier, gehuwd

geweest met Johannes Henrikus ter Veen

Werkman, wonende mede alhier, die aan

Onster inschryving in de registers van den Bur

gerlijken stand heeft, overgelegd een vonnis van

. de Arrondissements- rechtbank. alhier, gewegen

den negenden December des vorigenjaars waarby

nadat tegen den gedaagde Johanes Henrikus

ter Veen, verstek was verleend op grond van

door hem gepleegd Overspel is verklaard geworden

dat het huwelijk tusschen Margartha Maria

van Dusschoten en Johannes Henrikus ter Veer

bestaan hebbende door echtscheiding is ontbonden

Welk Vonnis op den Zesder Januari daaraanvol

onverhinderd geschied, alhier

afzoudiging tot dit Lunetije

gende aan laatstgenoemde is beteekend.

Voorts heeft de Comparante aan ons

Overgelegd een getuigschrift van den Heer Grif

fier bij voormelde Rechtbank, ten bewyze

stukkende dat op zijne registers geenet aan

teekening van verzettigen hetzelve vonms

is gedaan. En hebben wijl hiervan opgemaakt

dere akte integenwoordigheid van: Johannas

Wilhelm Delleman Jagentvanpolicie, oud

vierenveertig e Peter Carl Wilhelm Blas

berg, werkman, oud drieenveertig jaren, wo

wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en

getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan dn Huwelijkschen Staat

verbonden zijn. hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in

naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden-

In tegenwoordigheid van:

nende beiden alhier, die met onsen de Com

parante deze na voorlezing hebben ondertee

kend, tevens goedkeurende de bovenstelling van

een geschrevenwoord en de doorhaling van tweeen

negentig gedrikte woorden

f is Jter van door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, daar de Dam-

geranten de Getuigen en ons is onderteekend.

M. M. van Dusschoten.

W Delleman