Op heden den Achtstig er des Jaars Achttienhonderd en Zestign

des voormiddass ten half Elf uren, zijn voor ons tt:o Co Backer. de Jonge

Raad en Lid van de Komimissie tot den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, verschenen, ten

einde een Huwelijk aan te gaan,

A ag

David Nabarro. Van Amsterdam buiten berrep.—

oud Twee en Vyftig Iarenen Weduwnaar van Sara van Jacob

Mendes, wonende Alhier. Meerderjarig Zoon. Vzyl vroor

Nunes Nabarro. en Sara Monis.- beide Overleden.- ter Eenre zyde.

En Rachel Partati van Amsterdam buiten beroep.—

oud dertig sarenn Wonende Alhuer. Meerderjarig Dochter

van Fraac Sarpati- Overledenen en Len eBrandon, buiten beroep.

mede Alhier woonachtig. ten andere zyde.— En betuigde ons

de Moeder van de Bruigen thans Achier tegenwoordig, hunne toe„

stemming te geven tot het voorschreven Huwelyk.—

De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van

25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register

den Aandijngen, behoorte Alhier geschied, den Acht en twintigsten April.

en Vyfden Mey Laastledeneg ten tweden de Geboorte Actens der

Verboofdenig ten derden de dood Cedullen der Onderen des Bruidigome

ten Vierden de DordCedul van de Varder van de Bruis.„ Voorts.-

Verklaarden ons de Bruiderom benevens de Ondergeteekende getuigen,

onder presentatie van Eede, het Overlyden zyner Wederzydsche groot ouder

Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man en

Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam

der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn verëenigd; alles ingevolge het derde Hoofd-

stuk der Wet van 20 Ventose van het jaar Elf, en in tegenwoordigheid van Philip

Meyen. buiten beroep. oud Een en zestig Jaren. Sacnb Livie frankport

buiken beroep, oud Twee en Vyftig Jaren en Jooeps Sarfaty. Papur.

Brueder van de Bruis. oud twee en dertig Janen: - en Siaac van Franc

Nunio de Nabaro. Mazikant, oud Zes en Vyftig Janen. en Alle

Wonende Alhir.

Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben

geteekend. uitgezondert de Echtgenote, die verklaarde niet te kunnen schryven.

na Eave

Pilip Meijer

Jous Leve Arans, Sart CBliker de Jongy

Joseph Sanel

Isaac van Jsaac Auner Naborg

Op heden den Achtsten Mei des Jaars Achttienhonderd en Zestien,

des oormeddags ten half een uren, zijn voor ons Hteg Bacher do Sonj

Raad en Lid van de Kemmissie tot den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, verschenen, ten d

einde een Huwelijk aan te gaan,

Jan de Pager. van Tisp. District Haarlem Schif

„persknegt. oud zeven en dertig Iaren. Wonende Alhier. Meerder,

Jarige zoon van Klaas de clagen. Overleden en Jannetje Gerrits

Visser. buiten beroep. — Wonende te Zaandam„ ter Eenre zyde.—

En Aletta van Ree. VanAmsterdam. Dienstbaar: van

Zeven en dertig Jaren. Wonende Alhier. Meerderjarig Dochters

van Adrianus van Ree, en Cornelia Maria Gilles beide Overleden

ter andere zyde.„ En bezungde ons de Moeder des Brindegonis Vrans

Alhier tegenwoordigen hare toestemming te geven tot het Hoor„

schreeven Suwelyk.—

ee

De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van

25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register,

der Aondigingen, behoori Alhier geschied, dan Acht en twintigsten April

Vyfden Mei Laastledenn ten tweden de Doorjedallen der Verloofdeng

ten derden de Doodbedal van de Vader des Bruidigom ten vierden,

de Poodsivullen den lendenen van de Bruis.„ Moorts. Verklaarden

ons de Bruid, „ benevens de ondergeteekende getuigen onder presen„

„zatie van Eeder het Overlyden harer Wederzydsche Groot Onderen.—

Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man en

Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam

der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn verëenigd; alles ingevolge het derde Hoofd

stuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van & Johannus Heuvels

Lilversmit, ond Negen en Veertig Jarnis Jan Lubke. Oppasser. ond

Vier en zestig Jaren. „ Gerrit de Jager. Kruyer. Broeder des Bruiderouig

oud Een en Veertig Faren en en Johannes Besseling kourant Ombvinger.

oud vier en Veertig saren.„ Alle Wonende Alhier.—

Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben

geteekend.

J.D. Joger

Backer de Jonge

J A van Ree

poh= Heuvel

Jaa Lulke

C

P= de Tagen

HJ Resselinge