No. 119

Goedgekeurd de

dooftaling van

vier geschreven woorde

en zes geschreven letters

in den een en twintigsten

regel en van vier

geschreven letters in den

twee en twintigsten regen

van boven.

C C A Koning

M Al den Boe

A den Boeg

M M Möller

bHüfelt

G.J. Baarbé.

Heden dertien Maart negentienhonderd negen en twintig

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Cassen Cornelis Abraham Koning

ten werkman geboren in de voormalige ge

en meente Watergraafsmeer, thans gemeente

Amsterdam, wonende alhier, oud vier

en twintig jaren, meerderjarige zoon

van Johannes Koning

— werkman en Antje

zonder

Dekker

beroep, beiden wonende in de gemeente

Oostzaan, en

Maria Magdalena den Boer

zonder beroep geboren en wonende alhier

oud een en twintig jaren, meerderjarige

dochter van Aptonie den Boer

oud vijf en veertig jaren, venter en Magdalena

Maria Moller oud vijf en veertig

jaren zonder beroep, beiden wonende alhier

De ouders der bruid en de moeder desbruide„

soms verklaarden, voor mij tegenwoordig, boe

te stemmen in dezen echt. De vader des bruidegom

heeft blijkens hierbij overgelegde authentieke

akte, gin dezen echt toegestemd

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier en in de

gemeente Oostzaan, den tweeden dezer

maand De moeder des bruidegoms heeft

blijkens hierbij overgelegde authentieke akte,

in dezen echt toegestemd

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge-

trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver-

bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der

wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Albertus Hofelt, zonder beroep.

oud zes en zestig jaren en Gerrit Jan Baarbé,

koopman ovd drie en twintig jaren, beiden wo„

nende alhier

No. 120

& 13

Heden veertien Maart negentienhonderd negen en twintig

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan.

Johan Wilhelm Marie Roger van Lith,

kantoorbediende, geboren in de gemeente Nijmegen

wonende alhier, oud een en vijftig jaren, van

echt gescheiden echtgenoot van Johanna

Wilhelmina Bruil meerderjarige zoon

van Adrianus Johannes Martinus van

Lith, overleden en Jeannette Josephina

Ottenhoff, zonder beroep, wonende in de

gemeente Nijmegen, en

Emma Louise Bernardina Andrée

kantoorbediende geboren in de gemeente

Utrecht, wonende alhier oud twee en dertig

jaren, meerderjarige dochter van Gustar

Ernst Andrée, overleden en Bernardina

Maria Elisabeth Smit, zonder beroep

wonende alhier.

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den tweeden

dezer maand

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge

trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver

bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der

wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden

Als getuigen waren tegenwoordig: Elisabeth Wilhelmina Gribling

oud vijf en dertig jaren, en Wilhelmine Paroline

Theodora Andree zuster der echtgenoote, oud vier

en dertig jaren, beiden zonder beroep, wonende alhier

AHofelt

CC A Koming

G. J. Baarbe.

M M den Boer

Aden Boe

J

M M Möller,

J JB van Eets L Grikling

AVzakn

E. L. B. Andree W.C.Th Andrée