No. 942
Op heden vyf en twintig Mei Achttienhonderd
Een-en-Tachtig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van
Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan
Johannes Hoek, werkman, wonende alhier,
gehuwd geweest met Johanna Jongejan, rech
tens mede alhier wonende doch verblijf houden
de te Helder, die aan ons ter inschrivinginde
registers van den Burgerlijken Stand heeft over
gelegd een vonnis van de Arrondissements Recht
bank alhier, gewezen den vijftienden Maart
dezesjaars waarbij nadat tegende gedaage
Johanna JJongesen verstek was verleend
op grond van door haar gepleegd overspel is
verklaard geworden dat hethuwelijk ttusschen
Johannes Hoek en Johanna Jongejan
bestaan hebbende door echtscheiding is ontbon
den: welk vonnis opden vijftienden April
afkondiging tot dit Havelijk onverhinderd geschiedalhier
daaraanvolgende aan laatstgenoemde is
beteekend. Voorts heeft de Comparant aan
ons overgelegd een getuigschrift van den Heer
Griffier bij voormelde Rechtbank, ten be
wijze strekkende dat op zijne registers geene
aanteekening van verzet tegen hetzelve vonnis
is gedaan En hebben wij hiervan opgemaakt
deze akte integenwoordigheid van Tellestaal
Stra, Smidt, oud zeven en dertigJen Matthijs
Johannes Dom, werkman, oud drie en veertig
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenoeten, on
getreuwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke deor de Wet aan den Huwelijken Staat
verbonden zijn: hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in
naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van:
jaren, wonende beiden alhier, die met ons deze na
voorlezing hebben onderteekend, tevens goedkeurende,
de bovenstelling van een geschreven en de doorhaling
van twee en negentig gedrukte woorden, verklaren
de de Comparant niet te kunnen schrijven.-
de is hiervan door ons opgemaakt deze Afte, welke na veerlering door de Een
paranten, de Getuigen en ons is onderteekend.
JHtaalstra
Driessen
M.V. Dom
No. 943
38
Op heden vijf en twintig Mei Achttienhonderd or
Een-en-Tachtig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van
Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten ende een Huwelijk aan te gaan
Johannes Hendricus Aloysius Mijjer, schil„
der, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig
jaren, meerderjarige zoon van Johannes Mij
ser overleden en Helena Pendris, zonder be„
roeh, wonende alhier, ter eenve en
Geertruida Elisabeth JJohanna Twints
dienstbode, geboren en wonende alhier, oud
negentienjaren, minderjarige dochter van Nieo„
laas Twint overleden en Maria Catharina
Kirstel, naaister, wonende alhier, ter ande„
re zijde En verklaarde de moeder derbund
vooronttegenwoordig, toe te stemmen in
dezen echt.
De beide afkondiging een tot dit Huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier.
den vijftienden en twee en twintigsten dezer Voorts
Zynaan ont overgelegd, ten eerstende geboorte.
akten der verloofden, ten tweedende Zoodak¬
ten vande beide vaders, ten derden: notariselen
akte houdende de toestemming van de moeder
Hetbruidegoms.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat
verbonden zijn: hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in
naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwerijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van: Nicolaas Twint broeder der
echtgenoote meubelmaker oud zevenen
twintig Theoderus Pak sig arenmaker oud
veertig Johan Bernard Albert Hofstede agent
van politie oudvijfentwintig en Johannes
Jaccobus Basselier Schilder oerd vyfentwintig
jare wonende allen alhier
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Kom-
paranten, de Getuigen en ons is onderteekend.
P W A Miijer
N Pwint