No. 150.

Heden zesApril negentienhonderd drie en dertig

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Jozef Marie Gerardus Blommers, timmer

man, geboren in de gemeente Rotterdam.-

wonende alhier, oud zevenentwintig jaren

meerderjarige zoon van Johannes Blommers,

wiens bestaan of verblijf onzeker is, en Adriana

Gyberdina Maria van den Brink oud zes en

zestig jaren.— zonder beroep, wonende

alhier en

Maria Bernhardina Hermina Oldenhave

Kapster, geboren te Emmerich in Duiteckland.

wonende alhier, oud achtentwintig jaren

meerderjarige dochter van Bernardus Oldenhave

metselaar, wonende te Emmerich voornoemd

en Johanna Ridder, overleden De moeder

der bruidegoms verklaarde voor mij tegenwoor

dig toe te stemmen in dezen echt- De vader

der bruid heeft blijkens hierbij overgelegde

authentieke akte in dezen acht toegestemd

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den

vijfentwintigsten Maart laatstleden.

De bruidegom verklaarde mij onder eede

dat het bestaan of verblijf van zijn vader

hem niet bekend is en dat deze moet wor„

den geacht niet in de mogelykheid te zin

zijn wil ten opzichte van dit huwelijk

te verklaren.

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge

trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver

bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der

wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Willem van der Duijn

zwager des echtgenoots aannemen

van bouwwerken oud zevendertig

jaren en Antoon Blommers, broeder

des echtgenoots werkman, oud twee

en veertig jaren beiden wonende alhier

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

No151

30

Heden Zes April negentienhonderd drie en dertig

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Bernard Jan Jacob Albers, kantoor

bediende geboren en wonende alhier.

oud negenentwintig jaren meerderjarige

zoon van Jan Jacob Albers, oud vijf en vyftig

jaren.. — behanger, en Marregtje

ter Weeme, oud negen en vyftig jaren. — zonder

beroep, beiden wonende alhier, en

Margaretha Hendrica Cornelia

Wigtman, zonder beroep, geboren en

wonende alhier, oud vierentwintig jaren

meerderjarige dochter van Hendrikus

Petrus Wigtman, oud zevenenvijftig jaren

bankwerker en Cornelia Knorr, oud zes

en vyftig jaren. — zonder beroep, beiden

wonende alhier, Beider onders verklaar.

den voor mij tegenwoordig toe te stemmen

in dezen echt.

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den

vif entwintigsten Maart laatstleden

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge-

trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver-

bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der

wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Ds getuigen waren tegenwoordig: Jacobus Franciscus

tarrijvan brurensorteerder, oud dertig

jaren en Hendricus Albers broeder Zes

echtgenoots behanger, oud zeven en

twintig jaren beiden wonende alhier.

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

1

J Blommer

W v/d Dig

MBH. Aldenbave

HeBommerss

JMaatucur

HG.M. v/d Brink

BValbus

H. P. Wigtmar

M.H.C. Wigtnan C Knooy

Jx

Jmn

jatelins

NMaaliaar

of heb Woeme

mingd