No. 296

Hedenvier Juni negentienhonderd een en dertig

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Johannes Mortinus van Asten,

veolist, geboren en wonende alhier.

oud eenen dertig jaren, meerderjarige

zoon van: Johannes Jooephus van

Asten, bankwerker, wonende alhier

Vrijhoeven, overleden

en Adriana

en

Aaltje Draayer zonder beroep,

geboren in de gemeente Hoogezand,

wonende alhier, oud vijfentwintig

jaren, meerderjarige dochter van

Klaas Draaijer en Saartje ten

late, beiden zonder beroep en wonende

in de gemeente Hoogeaand. De ouders

dea bruid hebben, blijkens hierbij over-

gelegde auttentieke okte, in dezen echt

toegestemd.

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den drieën-

twintigsten Mei laatstleden

1

De bruidegom verblaarde, met toester

der moeder - bruid, bij deze te erken

een kind genaamd Aldrik Hiebs Draaijer,

geboren alhier op achtentwintig November negen-

tienhonderd dertig, zijnde dit kind recds

door de moeder erkend bij akte van drieën

twintig Januari negentienhonderd eenen

dertig verleden door den Ambtnaar van

den Burgerlijken Stand alhier

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge

trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver

bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der

wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Johannes Josephus

van Asten, vader des echtgenoots,

bankwerker, oud tweeënvyftig jaren

en Adriana Paulina Hermina

Westrik zonder beroep, oud vijftig

jaren, leiden wonende alhier

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

No. 297

Heden vier Juni negentienhonderd een en dertig,

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Petrus Hendricus van den Bergh

pians-hersteller, geboren en wonende

alhier, oud zevenentwintig jaren, meer-

derjarige zoon van: Pieter van den

Bergh, oud zesenzestig jaren-

en Catharina de Bruin, oud-

zevenenzestig jaren, beiden zonder beroep en

wonende alhier en

Wilhelmina Geertruida Cornelia

De Bulger, zonder beroep, geboren

en wonende alhier, oud zesentwintig

3

jaren, meerderjarige dochter van Charles

François Martin De Buiger, overleden en

Wilkelmina Geertruida Elisabeth Kugge,

leijn, zonder beroep, wonende in de gemeente

Nijmegen. De ouders des bruidegams ver

klaarden, voor mi tegenwoordig, toete

stemmen in dezen echt. De moeder der bruid

heeft, blijkens hierbij overgelegde anthentieke

akk, in dezen acht toegestemd

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den drieen-

twintigsten Mei laatstleden.

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge-

trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver-

bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der

wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Franciacus Hermanns

Hendrik Kuggeleijn, oom der echtge

noote, hoofdopzichter bij de Gemeente -Elec

tricihits werken, oud vieren veertig jaren

en Johannes Casper van den Bergh

broeder des echtgenoots, monteur, oud

tweeëndertig jaren, beiden wonende

alhier

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

J.M. v Aoten.

J.J. V. Roter

7 Na

NMMaataaar

A J H Wester

A Draaije

6

L de Bruin

P.H. v.d. Bergh.

J Hae

JMttuggeleyn

J MMaatiuan

P. v. D Berh JJ

nigh