No. 335
Heden vier entwintig Juni negentienhonderd een en dertig,
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Johann Jansen, cauffeer
geboren te Dusseldorf Koth in
Luitschland, wonende alhier
oud een en twintig jaren
meerderjarige zoon van Hen
drik Jansen, oud negen en veertig jaren
„
tramwagenbestuurder, wonende
alhier en Anna Magdalena
Kuiper overleden. en
Johanna Margaretha Rosé
zonder beroep geboren en
wonende alhier, oud negentien
jaren, minderjarige dochter
Jvan Johannes Frederik Rose
oud drie en veertig jaren, cafihonder
en Alberta Lonisa Carolina
Betcke, oud negenendertig jaren
zonder beroep, beiden wonende
alhier. De vader des bruidegoms
Een de ouders der bruid verklaarden
voor mij tegenwoordig toe te
stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zesden
dezer maand
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge-
trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver-
bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der
wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Carel Johan Willem
Beteke. grootvader der echtgenaate
zonder beroep, oud vier en zeventig
jaren. en Jan Christiaan de groot
segarenmaker oud twee en veertig
jaren beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
336
Heden vier entwintig Juni negentienhonderd een en dertig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Rijk van Grieken, zonder beroep
geharen en wonende alhier
oud zeventig jaren, weduwnaar
van Catharina Johanna Frederika
Barbee, meerderjarige zoon van
Albertus van Vrieken, en Eli„
zabetk Bezuur, beiden overleden, en
Maartje Hes, zonder beroep, ge„
baren in de gemeente tssendelft
wonende alhier oud acht en
vijftig jaren, weduwe van
Joharn Jacob Volpp, meerderjarige
dochter van Roelof Hes, en
Moortje Roos, beiden overleden
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den dertienden
dezer maa
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge
trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver
bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der
wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Johannes Antonius
Cransjan zonder beropp oud vijf
en zeventig jaren en Johannes de
Haer, werkman, oud drie en vyftig
jaren, beiden wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
AL. C Betepe
J M. Rose
JW Batdn Vansoest
J. Jansen
8
JC. de Groot
H Jansen
19
E Rovl
d it Geewgeen
van Gricks
B
Vansoest.
J de Hlae
Me Hes