koopen, terwijl intusschen, eenige ander
van hun Eofraters, voor eenig geldar
zouden koopen, voornemens geweest zijn
met elkanderen daer van een ponsje te
marken, dat hen gevangens dies tijd in
hun weg is ontmoet, zeekeren zoldaet
bij hun van name onbekent, den welk
haar in't voorbij gaan berigte, dat eene,
hunner mackers, naar de boeij en wie
de gebragt, dat zijlieden daarop al
wandelende, almeede waeren te gemo
gekomen eenen anderen soldaat ge¬
naemt frans Laval, denwelken h
off wel eijgenlijk aan den tweede gev:
Joseph Roux vroeg, waer hij naar toe
meende te gaan, wanneer deesen hem
hadde geantwoord, dat vermits door de ge
weldigeren Caffers, een hunner macha
naer het stadhuijs wierd gebragt,
zijlieden hen mede derwaarts begaven
om te ontdekken, deselve ook somtijds
niet een man van haer Comp:e was, dat
zijlieden dus met hun vieren, zig na
dewooning van den heer rat: ofs:
reg:t hadden getransporteert, dan wel
ter plaatse, daar Een geweldige en cas
met een gevleugelden zoldaat zig be„
„vonden wanneer door den voorn: frans
Laval