65

nader berigt, betreffende 't schip

Beekvliet.

welke klagten door den schipper

de Huurlieden zijn ingebragt.

d' Eere gehad aan Uwe WelEdele

Groot Agtb: te schrijven, aan wel„

„kers Jnhoude ons eerbiediglijks

refereerende, zullen wij als nu

de Vrijheid neemen, Uwe Wel Edele

Groot Agtb: ten belange van

het daar bij vermelde Schip Beek„

vliet, nader ter kennisse te brengene

dat, in nakominge van Uwe

Wel Edele Groot Agtb: gerespec„

„teerde Beveelen, door ons aan

den ondergetekende Coopman

en provisioneel Fiscaal, Oloff

Martini Bergh, gedeman¬

deerd zijnde, nauwkeurig onder¬

zoek te doen, nopens het gedrag¬

zo van den Schipper Thomas

Brunel, als de verdere Offi¬

cieren van gem: Bodem, en

d'oneenigheeden die, t zederd hun

Vertrek uijt het Vaderland, on¬

„derling hebben plaats gehad;

denselven hier op dienaangaan¬

„de in onse Vergaderinge van

den 24 Aug„s des voorl: Jaars

heeft berigt gedaan; dat door

dier kiel Thomas Brunel tegens Ged„e Schipper Thomas Bru¬

„nel, tegens de stuurlieden

van geciteerden Bodem Beek¬

„vliet waaren ingebragt diverse

Klagten, en wel principalijk, dat

deselve Sig steeds tegens zijne

zo

ordres