Registratie (in het jaar 1849)

Geregistreerde


Andere geregistreerden


Opmerking

Straat: St. Michielstraat
Huisnummer: 676
Wijk: 4
Inventarisnummer 1121 van archiefnummer 0516 in Archieven


Bronvermelding

Erfgoed Leiden en omstreken te Leiden, Bevolkings­register
Inventaris van het Stadsarchief van Leiden (SA III), (1359) 1816-1929 (1963), Deel: ..., Leiden, archief 0516, inventaris­num­mer 1121, Volkstelling 1849, Wijk IV., aktenummer 669, folio 467


Deze gegevens zijn voor het laatst op 6 januari 2012 door de bronhouder bijgewerkt en voor het eerst gepubliceerd op Open Archieven op 3 juli 2014.



Webadres

  • https://www.erfgoedleiden.nl/collecties/personen/zoek-op-personen/deeds/3b5ab790-b3d1-8174-08ec-ee3f32e9c626
  • https://www.openarchieven.nl/elo:3b5ab790-b3d1-8174-08ec-ee3f32e9c626



Commentaar

Op donderdag 2 februari schreef Ralph Henssen:

Petrus Augustinus Nicolaas Froschhart (1835 – 1891) was de allereerste solotrompettist van het Concertgebouworkest. Sinds de oprichting van het Amsterdamse Paleisorkest in 1865 was Froschhart er werkzaam geweest als solotrompettist. Vervolgens trad hij toe tot het Parkorkest en vanaf 1883 was hij solotrompettist van ‘het nieuwe Parkorkest’. Vervolgens was hij van 1 november 1888 tot 1 februari 1889 solotrompettist bij het Concertgebouworkest. Froschhart werd op 11 juni 1835 geboren in Tilburg. Hij groeide op in Leiden aan de Michielstraat 676 en stond als veertienjarige al geregistreerd als ‘muziekmeester’. Hij kwam uit een groot, muzikaal gezin met acht kinderen. Zijn vader Peter Jacob Heinrich Froschhart was ook ‘muziekmeester’, evenals de 3 jaar oudere broer van Petrus, H.A.F. Froschhart en de op dat moment 19-jarige zus Cornelia Johanna. Een oudere zus woonde in Werkendam. De moeder van Petrus Froschhart, Cornelia Johanna Verhoef, overleed op 17 juli 1849 op 44-jarige leeftijd. Vader hertrouwde met Johanna Geertruida Thoolen. Petrus Froschhart trouwde in 1859 met Juliete Lambertine Wolff.
Een van de eerste openbare optredens van Froschhart vond plaats in 1846. Hij was toen twaalf jaar oud en leerling aan de muziekschool van Leiden. Door zijn vertolking van een “Air Varié” van een zekere Muller, werd hij ‘met eervolle vermelding’ bevorderd naar de derde klasse. Zijn collega in het Paleisorkest was Thomas Anthonissen, de leermeester van Hendrik Willem Hofmeester (1858 - 19444), zijn opvolger als solotrompettist van het Concertgebouworkest.
Als solotrompettist van het Parkorkest trad Froschhart een aantal malen als solist op. Zo vertolkte hij op 30 december 1865 in Amsterdam onder meer de variaties op “Carnaval de Venise” van Jean-Baptiste Arban. In een recensie in “Caecilia” werd dit werk aangeduid als ‘afgezaagd’ en de manier van spelen van Froschhart als ‘onberispelijk zuiver […] maar men mist daarin nuancering, gevoel en smaak’. Op 9 juli 1873 speelde hij met het harmonieorkest van het Parkorkest in Delft de trompetsolo “Die Post” van Gumbert. In Alphen aan de Rijn speelde hij op 10 februari 1875 met leden van het Amsterdamse Parkorkest de “Cavantine” uit de opera “de Barbier van Sevilla” van Rossini en het “Lied ohne Worte” en het “Ave Maria” van Schubert. Op 26 oktober 1878 speelde hij in Amsterdam onder andere de fantasie “Norma” van Bellini en wederom “Carnaval de Venise” van Arban.
Tijdens zijn aanstelling bij het Concertgebouworkest vertolkte hij tijdens een concert van de Maatschappij tot Bevordering van de Toonkunst, afdeling Rotterdam aldaar op 1 februari 1889 de eerste trompetpartij in het oratorium “Samson” van G.F. Händel. De recensent was vol lof over de voordracht van de in dit werk voorkomende aria met solotrompet, uitgevoerd door ‘Froschart [sic]’.

Bij het in dienst treden van Hofmeester als solotrompettist verliet Froschhart het orkest. Hij keerde op 1 april 1890 terug als derde trompettist en bleef dit in ieder geval tot 1 oktober 1890. Tot zijn overlijden op 27 december 1891 bleef hij in dienst bij het Concertgebouworkest.
De blijkbaar veelzijdige Froschhart schreef een boek met etudes en virtuoze stukken voor de ocarina, een soort aardenwerken fluit. Opmerkelijk is dat ook Komst een goed bespeler van de ocarina was. Verder was Froschhart lid van de Amsterdamse orde van Vrijmetselaars.


Op maandag 27 augustus schreef Ralph Henssen:

Pierre Froschhart trouwde op 23 december 1858 in Parijs met de uit Luik afkomstige en in Parijs woonachtige naaister Anna Juliette Lambertine Wolff. Op dat moment was Froschhart militair musicus en gelegerd in Saint Germain en Laye.




Meer uitleg over Bevolkingsregister

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/