Doop (Nederduits-gereformeerd (later Nederlands-hervormd)) op te Loenen

Op dinsdag 19 maart schreef Sander Clement:

Bij de digitalisering van doopboeken in het Utrecht Archief (alsook Vecht- en Venen) zijn de patroniemen van de vaders aangehouden als familienaam. Dat wil zeggen: ze zijn ook ingevoerd als achternaam van het gedoopte kind. Uit de originele aktes blijkt niet dat dit gerechtvaardigd is. Vaak blijkt uit de latere trouwaktes dat de familienaam anders is dan het vermelde patroniem. In dit geval van het kind van Jonge Jan Cornelissen: Aeltje (Cornelissen). Uit de trouwakte blijkt dat haar achternaam is : Clijn. Cornelissen is het patroniem van haar vader, haar eigen patroniem is Jans. In de doopaktes van deze periode (tot ca.1680) word vaak de familienaam nog weggelaten. Dit wil niet zeggen dat deze naam niet bekend was. Mogelijk werd in deze tijd het gebruik van de familienaam voorbehouden aan wereldse zaken. Het zou kunnen dat men na de reformatie en opstand afstand wilde nemen van de wereldlijke status van familienamen in het kerkelijke leven. De nieuwe protestantse kerk zou egalitait worden: voor God was iedereen gelijk. Dit zou een motief geweest kunnen zijn om alleen voornaam en patroniem te voeren in DTB boeken. Voor genealogisch werk is het zaak om vanuit latere acte's de feitelijke familienaam terug te voeren. Dikwijls blijkt uit oudere notarisakte's namelijk dat de familienaam wel degelijk al veel eerder werd gevoerd.