Blader door transcripties » Brabants Historisch Informatie Centrum

archieftoegang 7128, inventarisnummer 261, pagina 35

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

Artikel Een De verkooping geschiedt bij opbieding van
Nederlandsche Guldens, den hoogsten bieder zal koo„
per zijn, behoudens de voormelde nadere goedkeuring
Artikel twee De verkooping is dan eerst volkomen, wanneer
dezelve door den Staatsraad Administrateur is goed gekeurd en de
koopers zijn uit dien hoofde verpligt hun bod gestand te doen
gedurende eenen termijn van veertien dagen -
Artikel drie Indien bij het opbieden twee of meer personen te
gelyk bieden, en men daarby blyft volharden, zal het aan den
Centmeester vrystaan te beslissen, wie het eerst geboden heeft,
of om het Perceel op nieuw ter opbieding te presenteren. Alle andere
geschillen, welke bij de verpachting daarloe betrekkelyk mogten
ontstaan, zullen insgelyks door den Rentmeester worden beslist,
aan wiens uitspraak zich een ieder zal moeten onderwerpen
Artikel vier. De koopers zijn verpligt, dadelyk bij de ver„
kooping te stellen twee gegoede borgen, ten genoege van den rentmees,
ter, welke borgen zich nevens den Principalen kooper in solidum„
een ieder voor het geheel onder afstand van de voorregten van
vooruitwinning en schuldspletzing voor de regtige voldoening
der kooppenningen en de getrouwe naleving van alle deze voorwaar„
den en bedingen verbinden, zoodanig dat de Administratie een
der borgen naar goedvenden, of beiden gezamenlyk zal kunnen
vervolgen tot voldoening van het verschuldigde zonder gehouden
te zyn de kooper eerst uittewinnen.
„ Onder deze borgstelling zijn niet begrepen de tien percenten
„ onraadpenningen, krachtens artikel zes dezer voorwaar„
„ der door de koopers te betalen
Artikel vijf By aldien de koopers zoodanige borgen niet zou„
den kunnen of willen stellen, zul het Perceel dadelyk op nieuw
worden opgehangen, als dan meerder geldende zul zulks komen
ten voor deele dezer Domeinen en mindergeldende zal dit op den ge
brekkigen kooper worden verhaald met de kosten
Artikel zes Dadelyk na den afloop dezer verkooping zullen
de koopers tot goedmaking van alle kosten van zegels-registratie
en zoo voorts op deze verkooping vallende, ten kantore van voor„
noemden Rentmeester moeten voldoen tien Cents van iederen gulden
t
17
van de Koopsom. - Bij nalatigheid worden de tien oncenten met
vijf ten honderd verhoogd terwijl het in ontvang nemen dezer incenten
niet verkort de bevoegdheid om de verkooping aftekeuren, in
welk geval de gemelde oncenten alleene zijn terug te geven.
Artikel zeven. De betaling der uitbeloofde kooppenningen zal moeten
geschieden ten kantore van voornoemden Rentmeester of deszelfs
gemagtigde des verlangd tegen vertoon van de by het hoofdbestuur
geviseerde Procuratie vóor of op den eersten Maart achttien honderd
zeven en vyftig, in goede ganglare Nederlandsche Muntstukken
van niet minder dan vijf en twintig Cents en geenszints in eenig
papieren geld, of andere Publieke Effecten, hoe ook genaamd,
met uitzondering van Billetten van de Nederlandsche Bank
en Mantpapier bij de wet vastgesteld; zoodra de voorschreven
koops om geheel of gedeeltelyk binnen drie maanden na den
gemelden vervaldag niet is betaald, wordt die op het onbetaalde
gedeelte met vijf ten honderd verhoogd.
Artikel acht De koopers, die de door hen verschuldigde gelden
op den dag, door Artikel zeven dezer voorwaarden bepaald, niet
betalen, worden door het enkel verloopen van dien dag, in ge„
breke gesteld, en kunnen, zoo wel als hunne borgen, dadelyk
tot voldoening worden genoodzaakt door geregtelyke uitwinning
hunner werende en onroerende goederen, uit krachte der Grosse
dezer acte van verkooping, en zulks zonder dat eene beteekening
dier Grosse daartoe wordt vereischt; renuncierende de koopers
en borgen by deze aan de nakoming der by artikel vier houder
dertig, alinca drie, van het wetboek van Burgerlyke regtsvordering
voorschreven beteekening, met uitdrukkelyke verklaring, nu
reeds, voor het geval van bevel ter voldoening aan die acte, dat
zij die beteekening beschouwen, als had ze reeds plaats gehad.
„ Alle geregtelyke kosten, ter zake voorschreve, of tot het doen
„nalever der voorwaarder aantewenden, komen ten lasten der
„koopers en Borger, en zullen door hen moeten worden gekweten,
„ of op hen verhaald worden
Artikel negen De koopers zullen niet vermoyen hunne ge„
kochte Perceelen geheel of gedeeltelyk aan anderen over te doen,