Blader door transcripties » Noord-Hollands Archief

archieftoegang 1617, inventarisnummer 1728, pagina 434

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

vermits dezelve op den veertien
den December achttien honderd
negen en twintig, aldaar was
komen te overlyden, hy het zel„
ve aan ons by deze overhandig„
de, ten einde daarvan de om„
schryving te kunnen worden ge
maakt, die by artikel Duizend
en zeven van het Civiele wet
boek is voorgeschreven.
Van welke comparutie, ge„
zegde en overhandiging, wij
aan den Comparant hebben ver„
leend acte, en aangezien het ge„
dachte Testament aan ons open
is ter hand gesteld, zyn wy da„
delyk overgegaan tot de
omschryving in maniere als
volgt:
Het meergemelde Testament
N
len woord doorgehaald
is geschreven op één formaat
zegel van vyftien centen, waar„
van slegts eene zyde is beschre
ven, terwyl de tweede geheel
is in blanco, bevattende deze
beschrevene bladzyde, buiten
de bovenaanstaande woorden
Dit is myn testament, twaalf
regels daaronder gerekend
de dagtekening van den Elf„
den December des Jaars acht
tien honderd negen en twintig,
van welke de eerste tegel be„
gent met de woorden ik maria
en de laatste eindigd met negen
en twintig, onder welke laat
ste regel ter linker zyde staat
de naam tekening aldus: Maria
steffens gebin van kemert, zyn
de het Testament geschreven