Blader door transcripties » Noord-Hollands Archief

archieftoegang 1617, inventarisnummer 1595, pagina 717

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

in de hier voorgemelde deel„
baare Massa des Boe„
„dels ter Concurrentie van
Eene somma van Vier Duijsent
Twee Hondert Neegentig Guldens,
Twee Stuijvers dertien en een derde Penning
4290 „ 2 „ 13 1/3.
Laastelyk werd aan de Heeren Ian
Cloribus, Abraham Reijnders en Ja„
„cob van der Plaat, als meede aan de
Heeren Pieter van Limmek en Da„
rid Hoeufft, als voogden over Jacob
Cloribus, en alhermanetevetouen zyner
goederen ende zulks voor ende ten be„
„hoeven van gemelde Minderjarige,
zoo ter voldoening van zijn aandeel in
het Bewijs van Moederlijke goederen,
ter somma van Zestien Honderd zes en
Zestig Guldens, dertien Stuijvers Vyf en
een derde Penning, als voor zyn kinde„
„gedeelte ter somma van Twee Duijsent Zee Sonden
drie en Twintig Guldens, Neegen Stuijvers, en Agt Pennings
63
meede in een vollen en vrijen Eygendom
aanbedeeld en aangereekend, mitsgaders
af en overgegeeven, en door hun voor ende
ten behoeven van gemelde Minderjarige
met volkomen genoegen geaccepteerd, de
volgende Effecten en gelden, te weeten.
N=o 33.
Een Certificaat en de Publie„
que doorlopende Schuld van
’t Koninkrijk Holland, renten„
„de 2½ percent Intrest in het
Jaar, Verschijnende alle half
Jaren. op Twee en Twintig Maart
en Twee en Twintig September,
ten Comptoire van de Heeren
Ketwich en Voombergh en
Willem Borski te Amster„
„dam, groot in Capitaal drie
Honderd Vyftig Guldens, ge„
dateerd den Eerste van Len„
„te maand Een duijsend Acht
Honderd Thien N 5 LV.
op den staat hier voor.