Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3845, pagina 198

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

[16] ONtfangen een Missive van Burgemeesteren en Schoepenen der Stad Sluys, Weaterregt en Nieuwmuyden , geschreeven aldaar den 6 deeser loopende maand, representeerende hunne regtmatige vreese , dat by het te bepaalen definitive Tractaat over de geschillen tusschen sijne Keiserlyke en Koninglyke Majesteit en de Republicq der vereenigde Nederlanden gesubsisteert hebbende, van de zyde van sijne Keiserlyke en Koninglyke Majesteit soude worden bewerkt, en met kragt geinsteert, om uit de Have van de ten jaare 1784 nieuw aangelegde Sluise voor het Hazegras, benoorden de gemelde Stad Sluis, en ten westen het Zwin geleegen, de vrye Vaart te mogen hebben; waar uit onvermydelyk de gevoeligste nadeelen voor Stads Finantien, en een totaal verval en ruine van de weinige Commercie en Transport van Goederen, op en door de voorsz Stad, van en na Oostenryks Vlaanderen, welke aldaar nog gevonden wierd, soude moeten profsueeren; soo als sy de vryheid namen alle het selve ann haar Hoog Mogende een weinig nader te detailleeren, in voegen breeder by de voorsz Missive ter needer gesteld, Dat sy sig Eed- en Amptshalven indispensabel verpligt wnden, alle die beswaaren en gevreesde onheilen voor hunne Stad en Ilngezeetenen, soo als sy deselve op gronden vermeenden te kunnen voorsien, haar Hoog Mogende in sijne omstandigheden, voor te draagen, soo als ook door hunne Gecommitteerdens daar toe benoemt, aan den Directeur Du Moulin, ter occasie dat onlangs binnen de voornoemde Stad aan weesig was, geschied was, dewelken allen het selve in sijne gevolgen penetreerende , op sig genomen hadde ex ogicio, daar van het nodige employ te zullen maaken; versoekende gemelde Magistraat met alle gepaste nadruk, dat haar Hoog Mog. alle het voorenstaande pondereerende, tot maintien van gemelde Stad, Ingezeetenen en Commercie, soodanige voorsieninge gelieven te doen, als na der selver Vaderlyke sorge convenabel zullen oordeelen. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland de voorsz Missive Copielyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. En is dien onvermindert goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorsz Missive gesteld sal worden in handen van de Heeren van Haeften, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de saaken van Vlaanderen, om, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, by haar E. selfs te nomineeren, te visiteren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen. En dat wyders Copie van de voorsz Missive gesteld sal worden in handen van de Heeren van Haeften, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de saaken van de Zee, om te visiteeren, examineeren, daar op in te neemen de consideratien en het advis van de Gecommitteerden uit de respective Collegien ter Admiraliteit deeser Landen, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.
[17] OtNtfangen een Missive van de Directeuren van den Levant schen Handel en Navigatie in de Middelandsche Zee, geschreven te Amsterdam den 7 deeser loopende maand, houdende, dat met de aankomst van haar Hoog Mog. Ambassadeur, den Heere Baron van Dedem, de Commis sie van den Secretaris Kroll, als gechargeert geweest zynde met de saaken der Nederlandsche Ambassade by de Ottomannische Porta, thans geëindigt zynde, den selven sig aan hun geaddresseert hadde, met instantelyk versoek, om hun appuy by haar Hoog Mog., ten einde hem geaccordeert mogte worden om op den voet als sijne Praedecesseuren de Weiler en Tor, desselfs verdiende Daggelden te mogen bereekenen a dertig guldens daags, en haar Hoog Mogende Resolutie van 28 Mey 1784, waar by hem agtien guldens daags wierden toegelegd, in soo verre gealtereert. Dat sy niet hadden kunnen afzyn, aan het voorsz versoek te voldoen, deels, om dat gemelde Secretaris Kroll, in soo verre desselfs verrigtingen in opgemelde qualiteit tot hun Collegie betrekking hadden gehad, en dus door hun konden nagegaan worden, dien Post met veel sorgvuldigheid en exactitude hadde waargenomen ; deels, om dat de duurte der Leevensmiddelen en vermeerdering van noodwendige uitgaven , welke een Chargé d'affaires genoodsaakt was te doen, en waar op voornoemde de Weiler en Tor, voormaals sig hadden beroepen, thans door voornoemde Kroll, soo niet op nog meerder, immers op gelyken grond konde bygebragt worden, en sy volkomen overtuigt waren, dat het hem niet doenlyk was, uit een Daggeld minder dan sijne Voorgangers genoten hadden, desselfs Verschotten goed te maaken; waarom gemelde Directeuren sig waren intercedeerende, dat op het gemelde herhaalde versoek van meergemelde Secretaris Kroll, thans by het eindigen sijner Commissie, een gunstig oog werde geslagen. En wyders versockende, dat haar Hoog Mog. in overweeging gelieven te neemen van hoe veel gewigt het zy voor de belangens van den Levandschen Handel, dat 'er by onverhoopte absentie of overlyden van haar Hoog Mog. Ambassadeur, altoos iemand gevonden worde wien de sorg voor dien aansienlyke Tak van 's Lands Koophandel en Scheepvaart aan het Hof van den Turksche Keiser, met fiducie kan worden toebetrouwt, en die sig met bereidwilligheid daar meede wil chargeeren. WAAR op gedelibereert zynde, hebbem de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland aangenomen sig hier op nader te zullen verklaaren. En is dien onvermindert goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorsz Missive gesteld sal worden in handen van de Heeren van Haesten, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de saaken van de Finantie, om, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate en de Generaliteits Reekenkamer, by haar E. selfs te nomineeren, te visiteren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.
[18] ONtfangen een Missive van het Collegie ter Admiraliteit in Westvriesland en het Noorder Quartier, geschreven te Enkhuisen den 6 deeser loopende maand, houdende, dat 's Lands Advisjagt de Jager, gecommandeert wordende by den Capitein J. E. Drillinger, eerstdaags in Texel souce binnen vallen, en desselss suatie was vereisschende dat hoe eer soo beeter buiten dienst gesteld en de Edquipagie afgedankt wierd, sonder dat sy vermeenden daar door eenig nadeel aan den dienst van den Lande soude worden toegebragt; versoekende daar toe permissie van haar Hoog Mogende ;: zullende, geen contrarie ordres van haar Hoog Mogende binnen veertien dagen bekomende, en gemelde Advisjagt binnen gevallen zynde, zulks ten effecte brengen. WAAR op geen resolutie is gevallen.