Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3835, pagina 529

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

[14] IY Ynde ter Vergaderinge getoont en geexhibeert de Declaratie van de Heeren van Spaen van Hardensteyn en vander Goes, haar Hoog Mog. Commissarissen Deeiseurs binnen der selver Stad Maaftricht, volgens haar Hoog Mog. Resolutie van 3 Mey 1780. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat de voorsz Declaratie gesonden sal worden aan den Raad van Staate en de Generaliteits Reekenkamer, om te visiteeren, examineeren en liquideeren, volgens en in conformiteit van de ordres van het Land.
[15] DE Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland hebben ter Vergaderinge ingebragt en laaten leesen de Resolutie van de Heeren Staaten van hooggemelde Provincie hunne Principalen, genomen op een Missive van Repraesentant en Bewindhebberen van de Westindische Compagnie ter Praesidiale Kamer Amsterdam, raakende de feitelykheeden door de Engelschen op het Eiland St. Martin gepleegt; volgende de voorsz Resolutie hier na geinsereert. Extract uyt het Register van de Resolutien der Heeren Staaten van Zeelands Den 2 November 1780.IS uit kragte van de auctorisatie door de respective Leeden van Staat by der selver ingekomen Advis en Missives op de Heeren Gecommitteerde Raaden gestrekt, goedgevonden en verstaan, de Heeren ordinaris Gedeputeerden ter Ge neraliteit aan te schryven en te auctoriseeren, soo als geschied by deesen, ten einde aldaar uit naam van de Heeren Staaten deeser Provincie te declareeren: dat hun Ed. Mog. met soo veel verwonderinge als leedweesen vernoomen hebben het gebeurde ter Rheede van St. Martin op den 9 Augusty deeses jaars, en sig niet verbeelden kunnen dat sulk eene willekeurige en feitelyke behandelinge door het Hof van Groot-Brittannien sal worden gebillykt, veel min dat door ordre van het selve daar toe aanleiding soude zyn gegeeven; dat derhalven ten spoedigsten in gepaste termen representatien aan het Hof van Londen dienden te worden gedaan, ten einde desweegens te bekomen behoorlyke satisfactie, en teffens genoegsame verseekering, dat de Possessien van deesen Staat door Officieren of Onderdanen van sijne Majesteit niet meer sullen geinquieteert, nog omtrent deselve eenige ongereegeltheid gepleegt worden. Dat hun Ed. Mog. verder aan de Bondgenooten moeten rememoreeren de kragtige instantien reeds gedaan by Resolutie van den 29 April 1779, den 3 Mey van dat jaar ter Generaliteit ingebragt, en seedert by Resolutie van den 24 September daar aan volgende by hun Hoog Mog. , dog telkens vrugteloos gedaan, ten einde de Commercie in de Westindiën door het derwaards senden van een genoegfaam aantal Scheepen en Fregatten van Oorlog behoorlyk soude worden beveiligt. Dat hun Ed. Mog. vertrouwen, dat indien de Possessien van den Staat in dat Waerelddeel van de noodige protectie waren voorsien geweest, het bewuste voorval te St. Martin niet soude gebeurt zyn, ten minsten dat men in de andere nabuurige Eilanden van de Republicq dergelyk lot niet soude behoeven te vreesen. Dat hun Ed. Mog. daarom meenen by deese geleegentheid te moeten reitereeren hunne voorige instantien, en sig conformeerende met het versoek om protectie, door Repraesentant en Bewindhebberen van de Westindische Compagnie deeser Landen by hunne Missive aan hun Hoog Mog. gedaan, van advis souden zyn, dat sijne Doorlugtige Hoogheid door hun Hoog Mogende behoorde te worden versogt, om van de thans gereed leggende Scheepen en Fregatten van Oorlog ten spoedigtten een genoegsaam aantal te senden na de Colonien van den Staat in de Westindiën, ten einde deselve voor insulteste beveiligen en de Commercie na behooren te protegeeren. En sal Extract van deese hunner Edele Mog. Resolutie aan de welgemelde Heeren ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit tot der selver informatie en narigt worden gesonden. Onder stond, Accordeert met het voorsz Register. Geteekent, J.M. Chalmers.WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, mits deesen te versoeken de Heeren Gedeputeerden van de Provincien van Gelderland, Utrecht, Overyssel en Stad en Lande, de Resolutien van de Heeren Staaten hunne Principalen op het voorsz subject meede ten spoedigsten te willen uitwerken.
[16] ONtfangen een Missive van den Raad van Staate, geschreeven alhier in den Hage den 2 deeser loopende maand, Roudende, in gevolge en tot voldoeninge van haar Hoog Mog. Resolutie van den 29 Juny laatstleeden, der selver advis op de Requeste van de Regenten der Steede en Vryheid Waalwyk, Quartiere van Oosterwyk, Meyerye van 's Bosch, houdende, dat haar Hoog Mog. by der selver Resolutie van den 21 December 1772 aan de Supplianten hadden gelieven te permitteeren, om voor het gebruik van den Straatweg binnen der Supplianten Steede geleegen, geduurende den termyn van agt jaaren, van alle Buitenlieden die de gemelde Straatweg passeerden, te mogen vorderen een halve stuiver van ieder vreemde Kar met een Paard, en voor andere Voitures met meerder Paarden bespannen, eens soo veel als sy voor dato van het verleenen der augmentatie by haar Hoog Mog. Resolutie van den 8 November 1769 gevordert hadden, onder de conditien in voorsz Octroy vermeld. Dat alsoo de voornoemde termyn met den 2 April 1781 stond te expireeren, de Supplianten te raade waren geworden, gelyk blykende was uit de Resolutie neevens de voorsz Requeste gevoegt, sig te keeren tot haar Hoog Mog.; versoekende derhalven, dat haar Hoog Mog. nu weederom aan de Supplianten gelieven te permitteren, om op den voet van haar Hoog Mog. Resolutie van den 8 November 1769, het Straat- of Weggeld binnen der Supplianten Steede te mogen heffen geduurende de tyd van twintig jaaren, of soo veel meerder of minder als haar Hoog Mog. sullen vinden te behooren. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat aan de Supplianten de Regenten der Steede en Vryheid Waalwyk sal worden gepermitteert , soo als aan haar gepermitteert word mits deesen, om voor den tyd van nog agt jaren, in te gaan 2 April 1781, en te expireeren 2 April 1789, van alle Buitenlieden die de gemelde Steen- of Straatweg passeeren, te mogen vorderen een halve stuiver van ieder vreemde Kar met een Paard, en voor andere Voitures met meerder Paarden bespannen eens soo veel, als sy voor dato van het verleenen der augmentatie by haar Hoog Mog. Resolutie van den 8 November 1769 gevordert hebben, en sulks onder de volgende conditien: Dat de Supplianten sullen gehouden zyn het gemelde Straat- of Weggeld publicq en voor alle Man te verpagten: Dat de Penningen daar van provenieerende, tot niets anders als tot onderhouding van den gemelde Straatweg en het geen daar toe behoord, sullen mogen worden geëmployeert, en dat de Supplianten sullen verpligt zyn daar van jaarlyks reekening en verant woording ter Leen- en Tolkamer te 's Bosch binnen ses weeken na het expireeren van ieder jaar te doen, op poene dat de Regenten daar toe door den Raad en Rentmeester Generaal by gyseling sullen worden geconstringeert. Dat de Supplianten ter saake van de continuatie van het Straatgeld en augmentatie van het selve, volgens haar Hoog Mog. Resolutie van den 8 November 1769 ten Comptoire der Domeinen van Braband te 's Bosch jaarlyks sullen moeten blyven vergelden een Recognitie-Chyns van vier guldens; En Dat deese haar Hoog Mog. Resolutie binnen een maand na dato, soo ten Comptoire der Domeinen van Braband te 's Bosch, als ter Griffie van de Leenen Tolkamer sal moeten worden geregistreert.
[17] OP de Requeste van Hory Tetsch, Domesticq in dienst van de Pages van sijn Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat ten behoeve van den Suppliant een Pasport in forma van Acte ad omnes populos sal worden gedepecheert, om eene reise na St. Gall in Switserland en wederom herwaards terug te kunnen doen.