Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3833, pagina 430

Transcriptie

[7] ONtfangen vier Missiven van den Heere Grave van Welderen, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Groot-Brittannien, geschreven te Londen een daar van den 4, en de drie andere den 8 deeser loopende maand, alle geaddresseert aan den Griffier Fagel, by de eerste van dewelke was sendende Copie van een Billet, het welk hy daags te vooren van den Heer Fraser had ontfangen, houdende, dat hy ter Admiraliteit van den Heer Stephens vernomen had, dat 'er ordres souden gegeeven worden tot vrylaating van de opgebragte Hollandsche Scheepen, waar van hy evenwel verders niets had vernoomen; dienende de tweede Missive om te accuseeren de receptie van haar Hoog Mog. Resolutie van den 31 Augusty, genoomen op de Requeste van Abraham en Jacob Bruyn, Kooplieden te Amsterdam, om hem te gelasten sijne goede officien aan te wenden, ten einde het Schip de Juffrouw Debora en Maria vry gelaten mogte worden; als meede van haar Hoog Mogende Resolutie van den 3 September, genomen op de Requeste van de Erven van Hendrik Josselet, Koopman te Dordrecht, hem insgelyks gelastende sijne goede officien in het werk te steslen, tot bekooming van vrylaating van het Schip de Juffrouw Adriana, tot ontslag van beide welke Scheepen hy sijne devoiren had aangewend, en ordres waren gegeeven, hoewel sonder gewag te maken van vergoeding van schade en kosten: Houdende de derde Missive, dat hy dien morgen ontfangen had een Brief van Mylord Suffolk, waar by hem kennis geeft, dat sijne Majesteit aan de Lords van de Admiraliteit geordonneert had om aanstonds de ordres af te vaardigen tot yvrylaating van de drie Hollandsche Scheepen de Hoop, Capitein Yssen, de Juffrouw Debora en Maria, Capitein Tjebbe Swart, en de Juffrouw Adriana, Capitein van Wyk, zynde Copie van deselve Brief daar neevens gevoegt; en hebbende de laatste Missive tot Bylagen een Brief die hy ontfangen had van de Heer Tjasink, om hem te berigten dat Bet Hollandsch Schip Zelden Rust, door een Engelsch Letter de Marque, genaamt the Fortune, Capitein Fortune, aangehouden was geworden, te gelyk met een Brief die hy daar over aan Mylord Suffolk had geschreeven, ten einde het gemelde Schip en Lading met vergoeding van schade en onkosten te reclameeren, lig tot beide die Stukken refereerende. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voorschreve Missiven en Bylagen Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder geCommuniceert te worden.
[8] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Jesse en Gerrit de Heer, Kooplieden te Dordrecht, houdende, dat der Supplianten Driemast Hoekerschip, genaamt Zelden Rust, gevoert door Schipper Jan Palm, het welk te Marseille met een Lading van Zeep en andere gepermitteerde Goederen zynde bevragt en gedestineert na Havre de Grace, op den 23 Juny deeses jaars van Marseille voornoemt was vertrokken, in het vervorderen van desselfs reise op den 17 July had ontmoet een Spaansch Oorlogschip , waar van den Bevelhebber aan den voornoemden Schipper Jan Palm had opgedrongen, om in het Schip Zelden Rust over te neemen een Passagier en eene seer aanmerkelyke quantiteit Goud en Silver. Dat vervolgens het voorsz Schip onder veele tegenwinden na de Plaatse der destinatie sijne reise verder hebbende voortgeset, op den 18 der voorleeden maand Augusty op de hoogte van seeven en veertig graden vyf minuten Hysant N. O. QO. na gissing neegen en dertig mylen had ontmoet een Engelsch Brigantynschip, genaamt het Fortuin, Capitein Fortune, voerende sestien stukken Geschut. Dat evengemelde Capitein Fortune sijn Sloep hebbende doen uitsetten, en doen opeisschen alle de Scheeps Papieren, en na deselve te hebben ingesien, had doen requireeren dat den Schipper voornoemde Jan Palm, beneevens ses Man sijner Equipage by hem aan Boord van het Fortuyn moesten koomen, waar aan dan ook dadelyk zynde voldaan, door den meergemelden Engelschen Capitein Fortune het Schip Zelden Rust was genoomen en met Engelsch Volk beset geworden, met ordre soo als men voorgaf, om het selve te Plymouth op te brengen, dan dat wel den voornoemden Schipper Jan Palm met ses sijner Bootslieden (soo als hy aan de Supplianten met de laatste Engeliche Post hadde berigt) door het meergemelde Engelsch Brigantynschip het Fortuyn te Plymouth was binnen gebragt, dog dat op het schryven van sijn Brief, die den eersten deeser maand was gedateert, sijn Schip Zelden Rust nog niet had vernomen, maar dat hy Schipper Jan Palm was geinformeert, dat dit laatstgemelde Schip door of wegens den voornoemden Engelschen Capitein voor sijn reekening tegens alle periculen was gedaan aslureeren. Dat het neemen en doen opbrengen van het voorsz Schip, waar van alle de Papieren in de volmaakste ordre sig bevonden hadden, notoir was strydig aan het regt der Volkeren, en ook direct aanloopende tegens den inhoud van de Tractaaten tusschen de Kroon van Engeland en deesen Staat subsisteerende, en dat even daarom de Supplianten als Onderdanen van haar Hoog Mog. sig daar op mogten verlaaten, dat sy veilig op de protectie van haar Hoog Mog. vertrouwen mogten; en dat haar Hoog Mog. de vereischte instantien souden gelieven te laaten geschieden, ten einde het voorsz allesints ten onregte genoomen Schip dadelyk worde ontslagen, en aan den Schipper te rug gegeeven; versoekende de Supplianten derhalven, dat haar Hoog Mog. ten hunnen behoeve soodanige Aanschryvinge aan der selver extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van Groot-Brittannien gelieven te doen als sullen oordeesen te behooren, ten einde het voorsz Schip Zelden Rust, met alle sijne ingeladene Goederen sonder form en figuur van Proces kost- en schadeloos worde vry gegeeven, met vergoeding van alle nadeel aan de Supplianten toegebragt. En dat de dispositie op de voorsz Requeste moge worden uitgegeeven sonder resumtie. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voorschreve Requeste Copielyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. En is dien onvermindert goedgevonden en verstaan, dat. Copie van de voorschreve Requeste gesonden sal worden aan den Heere Grave van Welderen, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van Groot - Brittannien , en den selven daar nevens aangeschreven, sulks en daar hy het van vrugt sal oordeelen, sijne goede officien en meestkragtige devoiren aan te wenden, ten einde Bet voorsz Schip Zelden Rust met alle sijne ingeladene Goederen, als ten onregte genoomen; ten spoedigsten kost. en schadeloos mooge worden ontslagen.
[9] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van verscheide Kooplieden, Rheeders van Scheepen en Assuradeurs ter Beurse der Stad Amsterdam, houdende, dat het haar Hoog Mog. niet onbewust konde zyn; hoedanig seedert eenige weeken een aansienlyk aantal van Scheepen van Ingezeetenen deeser Republicq, na Fransche Havenen gedestineert, in het vervorderen hunner reisen door de Engelsche Konings Scheepen; Commissievaarders en andere Kapers waren aangehouden, en niettegenstaande de Schippers hadden doen sien dat der selver Scheepen aan Onderdanen van den Staat toebehoorden, en geene Goederen hadden ingeladen welke voor Contrabanden konden worden gehouden, in verscheide Havens van GrootBrittannien waren opgebragt , alwaar deselve nog by continuatie wierden opgehouden, sonder dat de Brieven van voorschryving door haar Hoog Mog. aan den Heer Grave van Welderen, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van Groot Brittannien, ten versoeke van de Geconcerneerdens in verscheide van deselve Scheepen verleent, ten einde op der selver spoedig ontslag te insteeren, tot hier toe van eenige vrugt waren geweest, terwyl in het tegendeel het neemen en opbrengen van diergelyke Scheepen nog dagelyks was aanhoudende en toenam, sulks 'er by de Fngelsche Natie een volstrekt voorneemen scheen plaats te hebben, de Vaart en Handel der Ingezeetenen van de Republicq op de Fransehe Havenen geheel en al te willen beletten. Dat die handelwyse der Engelfche Natie, soo deselve soude continueeren, niet anders ten gevolge soude hebben dan de totale ruine van de Commercie en Scheepvaart van de Republicq in het generaal, en daarenbooven het bederf van verscheide Bysondere Persoonen, die, het zy als Eigenaars der Scheepen of Ladingen, het zy als Assuradeurs op deselve, daar by geinteresseert waren, en daar door immense schadens te wagten hadden; versoekende de Supplianten om de gemelde en verdere reedenen in de voorsz Requeste geallegueert, dat het haar Hoog Mog. behagen moge, tot afwending van de schade aan de commercieerende lngezeetenen deeser Landen door de voorsz neeming en opbrenging der Neederlandsche Scheepen na Fransche Havens gedestineert, by de Engelsche Natie tegens de trouw der Tractaten, het regt der Volkeren en de natuurlyke billykheid, bereids toegebragt, ter voorkoominge van soodanige onbehoorlyke handelwyse voor het vervolg, en sulks tot handhaving van der Supplianten en verdere Ingezeetenen van den Staat, by de Regten en Vryheeden die sy van God en de natuur hebben ontfangen, en waar in de Engelsche Natie selfs by de solemneelste Tractaten sig verbonden heeft geen inbreuk toe té brengen, soodanige prompte en efficacieuse voorsiening te doen, soo door de allerernstigsterepresentatien aan het Engelsche Hof over de gepleegde ongereegeltheeden, en tot stuiting van deselve, als met het dadelyk verleenen van eene genoegsaame protectie door Scheepen van Oorlog aan de Navigatie en. Commercie van 's Lands Ingezeetenen, als haar Hoog Mog. na der selver Vaderlyke sorg en yver voor den welvaart van den Lande sullen oordeelen te behooren. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincien van Holland en Westvriesland, van Zeeland en van Vriesland, de voorschreeve Requeste Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. En is dien onvermindert goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Requeste gesteld sal worden in handen van de Heeren Pieck, en andere Baar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de saaken van de Zee, om te visiteeren, examineeren, daar op in te neemen de consideratien en het advis van de Gecommitteerden uit de respective Collegien ter Admiraliteit, by de eerste geleegentheid dat alhier sullen koomen, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.

Bronvermelding

Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 3833, Gedrukte registers van de ordinaris resoluties, 1778

Ga naar de volgende pagina (431)  Ga naar de vorige pagina (429) Nieuwe zoekopdracht

Scan


Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien

Kunstmatige intelligentie (AI)

De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/