Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3811, pagina 239

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

[1] ONtfangen een Missive van den Resident de Braconier, geschreven te Utreght den sesden deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[2] ONtfangen een Missive van den Heere Graave van Wartensleben, haar Hoogh Mogende Minister Plenipotentiaris by de drie Geestelijcke Churvorsten, mitsgaders by de Opperrhynsche, Nederrhynsche en Westphaalsche Kreytz, geschreven te Mentz den vierden deeser loopende maand, houdende, dat hy daags daar aan des naghts, neevens andere Heeren van rangh, de reyse na Worms soude aanntemen , alsoo den Churvorst selve hem daaghs voor desselfs vertreck heel minnelijk geseghe had, dat hem wenschte aldaar te sien. Dat hy niet twyffelde of haar Hoogh Mogende souden hem by dit extraordinaire geval wel willen permitteeren die reyskosten in sijne aanstaande Declaratie te brengen, welke kosten met alle menagement en directie souden gedaan worden; versoeckende hy Heere Graave van Wartensleben , dat , indien de Stad eene llluminatie quam te doen. hy volgens andere Heeren van distinctie het selve exempel voor sijn Quartier mooge opvolgen, en daar voor declareeren. En sendende voorts neevens de voorschreve Missive sijne half jaarige Declaratie van verschotten, begin neemende met den eersten January en eyndigende met den laatsten Juny deeses jaars; versoeckende dat haar Hoogh Mogende deselve gelieven te approbeeren en doen liquideeren. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat de Declaratie neevens de voorschreeve Missive gevoeght, gesonden sal werden aan den Raad van Staate en des Generaliteyts Reeckenkamer, om te visiteeren, examineeren en liquideeren, volgens en in conformiteyt van de ordres van het Land. Dit voorts Copie van de voorschreeveMissive gestelt sal worden in handen van de Heeren van Heeckeren tot den Brantzenborgh, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de saaken van de Finantie, om met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uyt den Raad van Staate, en des Generaliteyts Reeken kaamer, by haar E. sells te nomineeren, te vilitee ren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.
[3] ONtfangen een Missive van Bewindbebberen van de Westindische Compagnie ter presidiale Kamer Amsterdam, geschreeven te Amsterdam den sesden deeser loopende maand, sendende daar neevens de Poincten van deliberatien, welcke door hun gearresteert waaren, om daar op een Vergaderinge van Thienen te convoceeren , met byvoegingh, dat sy van voorneemen waaren, de voorschreeve convocatie te doen tegens den aghtsten Augusty eerstkoomende, om den dagh daar aan volgende in de besoignes tz treeden ; versoeckende ten dien eynde haar Hoogh Mogende authorisatie en permissie, sullende vervolgens haar Hoog Mogende ltesolutie afwaghten, en niet nalaaten de aldaar genoomene Resolutien na het scheyden van de voorschreeve Vergaderingh aan haar Hoogh Mogende toe te senden, omme by haar Hoogh Mogende of de Heeren der selver Gedeputeerden gevisiteert, geexamineert, en voorts gedaan te worden soo als haar Hoogh Mogende bevinden sullen te behooren. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat aan gemelde Bewindhebberen sal worden gerescribeert, dat haar Hoog Mogende voor deese reyse, en sonder dat het selve hier na in consequentie sal worden getrooken, haar laaten welgevallen, dat op den voorschreeven tyd de Vergaderinge van Thienen hebben beschreeven, mits dat de concept Resolutien aldaar te formeeren te sijner tyd aan haar Hoogh Mogende overgegeeven worden, om door de Heeren haar Hoogh Mogende Gedeputeerden gevisiteert, geëxamineert, en na ingenoomen rapport van deselve verder gedaan te werden, soo als bevonden sal worden te behooren.DE Gi fier Fagel, in gevolge en ter voldoeninge van haar Hoogh Mogende Resolutie van gisteren, by haare Koninghlijcke Hoogheyd hebbende weesen verneemen, of en wanneer het hooghstdeselver soude convenieeren de gedecerneerde Gommissie af te waghten , heeft ter Vergaderinge gerapporteert, dat hooghstgedaghte Rhaare Koninghlijcke Hoogheyd sigh daar van voor ditmaal hadde ge excuseert, met betuyginge eghter van haare verplightingh voor haar Hoogh Mog. attentie. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat de gedecerneerde Commissie voor deese reyse geen voortgangh sal hebben.
[8] ONtfangen een Missive van den Heere Coymans, haar Hoogh Mogende extraordinaris Envoyé aan het Hof ven sijne Majesteyt den Koningh van Deenemarcken , geschreeven te Mariendalh een halve myl van Koppenhage den neegen en twintighsten der voorleede maand, houdende advertentie, en onder anderen, dat des Sondaghs te vooren het Hof aldaar voor veettien daagen den Rouw had aangenoomen, soo weegens het overlyden van wylen den Heete Hertogh van Meckelenburgh-Swerin, als van wylen Mevrouwe de Princesse van Meckelenburgh-Gustrouw, waar meede hy sigh geconformeert hadde, in hoope van de approbatie van haar Hoogh Mogende te erlangen, met permissie om desweegens te moogen declareeren. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat aan gemelden Heere Coymans sal werden gerescribeert, dat haar Hoogh Mogende haar laaten welgevallen, dat hy den Rouw ter saacke voorschreeve heeft aangenoomen, en dat hy desweegens sal moogen declareeren, volgens en in conformiteyt van de ordres van het Land. En sal Extract van deese haar Hoogh Mogende Resolutie gesonden werden aan den Raad van Staate en des Generaliteyts Reeckenkaamer, om te strecken tot der selver narightinge.
[9] DE Conclusie van eysch van Paulus Loess, als Procureur van Adriaan Groot van Davelaar, Koopman woonende te Curacao, als last en Procuratie hebbende van Maria Groot van Davelaar, geadsisteert met haaren Curator ad lites, lfaacq d'Aveticq , meede woonende te Curacao, in die qualiteyt als Impetrant van Mandament van revisie ter eenre, op en jegens Frans Grootenstam van Uitrecht, Weduwenaar van Anna Maria Royer, meede woonende te Curacao, Gedaaghde in het voorschreeve cas ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat gesteld sal worden in handen van Parthyen, om daar op te antwoorden binnen veertien daagen na insinuatie deeses.