Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3795, pagina 269

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

[1] ONtfangen een Missive van den Heere Hop, haar Hoogh Mogende extraordinaris Envoyé aan het Hof van sijne Majesteyt den Koningh van GrootBrittannien, geschreeven te Londen den aghtsten dee zer loopende maand, houdende advertentie. DE WAAR op geen resolutie is gevallen.
[2] ONtfangen een Missive van den Resident Coymans, geschreven te Koppenhage den vierden deezer loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[3] ONtfangen een Missive van den Heere Gallieris, haar Hoogh Mogende Minister by den Rycksdagh, geschreeven te Regensburgh den vierden deczer loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[4] ONtfangen een Missive van den Commissaris van Deurs, geschreven te Elseneur den vyfden deeser loopende maand , houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[5] ONtfangen een Missive van den Heere Gallieris, haar Hoogh Mogende Minister by den Rycksdagh , geschreeven te Regensburgh den vierden deezer loopende maand, sendende daar neevens sijne halfjaarige Declaratie van Daghgelden, Briefloonen, Armegelden ende andere uytgaaven, in qualiteyt van haar Hoogh Mogende Minister by den Rycksdagh gedaan en geleeden, beginnende met den eersten January tot en met den laatsten Juny deeses jaars; versoeckende, dat haar Hoogh Mogende voorschreeve Declaratie na styl ende gebruyck willen doen opneemen en liquideeren, om vervolgens van het beloop Ordonnantie van betaalinge te moogen erlangen. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat de Declaratie neevens de voorschreeve Requeste gevoeght, gesonden zal werden aan den Raad van Staate, en des Generaliteyts Reeckenkamer, om te visiteeren, examineren ende liquideeren, volgens en in conformiteyt van de ordres van het Land.DE Heeren van Eck en Burman, de Heeren Jacobson en Wichers absent zynde, haar Hoogh Mogende Gedeputeerden geweest zynde in Vlaanderen tot het hooren en opneemen van de Reekeningen en het veranderen van de Magistraaten in de Steeden en Plaatsen in Vlaanderen, onder den Staat ressorteerende, hebben ter Vergaderinge rapport gedaan van het geene door haar in de voorschreeve Commissie was gedaan en verright, en hebben daar neevens overgeleevert der zelver Verbaal, mitsgaders de opgenoomen ende geslooten Reeckeningen. WAAR op gedelibereert zynde, hebben haar Hoogh Mogende gemelde Heeren Gedeputeerden voor de genoomen moeyte bedanckt , zoo als bedanckt worden mits deeson. En is dien onvermindert goedgevonden en verstaan, dat het voorschreeve Verbaal en Reekeningen ter Griffie sullen werden geseponeert, om te sijner tyd te dienen, zulcks en daar het behoord. Voorts werden de Heeren van Heekeren tot Roderlo, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de Zaacken van Vlaanderen, mits deesen versoght ende gecommitteert, om de pointen van deliberatie uyt het voorschreeve Verbaal resulteerende, te examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.
[6] ONtfangen een Missive van het Collegie ter MAdmiraliteyt in Westvriesland ende bet Noorder Quartier, geschreeven te Hoorn den tienden deeser loopende maand, houdende in gevolge ende tot voldoeninge van haar Hoogh Mogende Resolutie van den vierden Mey deeses jaars, der zelver beright en advis op een Missive van den Heere Mauricius, haar Hoogh Mogende Minister by den Neder-Saxischen Kreytz, geschreeven te Hamburgh den neegen en twintighsten April daar te vooren , als meede op eene Missive van de Magistraat van Hamburgh van den zelven datum, waar by deselve aan haar Hoogh Mogende voordraagen, dat zeecker Burger en Twynder van Hamburgh, genaamt Johan Meyer, op den neegen en twintighsten Maart deeses jaars drie en seeventigh ponden fyn getwynt Gaaren, bestaande in seeven honderd vier en twintigh Stucken, met den Voerman Pieter Rieper soude hebben afgesonden aan de Weduwe en Erfgenaamen van Jacob vander Vennen te Haarlem, om aldaar gebleeckt te werden, en dat het voorschreeve Gaaren weegens het niet aangeeven, van het Tolcomptoir te Almelo was aangehouden, dogh dat het abuys was toe te schryven aan de misslagh van de Kneght dewelcke de Waagen had gevoert; verzoekende derhalven dat het voorschreeve Gaaren niet geconfisqueert, maar aan den Eygenaar gerestitueert mooge worden, tegens de betaalinge der Reghten daar toe staande. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat de voorschreeve zaacke gelaaten zal werden aan de judicatuure van het gemelde Collegie ter Admiraltteyt, aan het welck hier van kennisse zal werden gegeeven. En dat aan de Magistraat van Hamburgh op dit subject aan haar Hoogh Mogende geschreven hebbende, sal werden gerescribeert, dat haar Hoogh Mogende haar op deese zaacke geinformeert hebbende, vinden soodanige omstandigheeden, dat seer te presumeeren is, dat het een gepraemiditeert werck is geweest, om het voorschreeve Gaaren in te brengen sonder 's Lands Regten te betaalen, dat in gevalle de Burger en Twynder het zelve reclameerende, vermeynd het contrarie te kunnen bewysen, hy sigh aan het Collegie ter Admiraliteythier vooren gemeld kan addresseeren als aan de competenten Reghter, alwaar hem goede justitie geadministreert zal werden.
[7] ONtfangen een Missive van den Lieutenant Collonel Reck van Mulhuysen, geschreeven te Zas van Gent den tienden deezer loopende maand , aan haar Hoogh Mogende kennisse geevende van sijne aankomste aldaar, en het overneemen van het commando uyt handen van den Major Koen. OO WAAR op geen resolutie is gevallen.