Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3791, pagina 350

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

[1] ONtfangen een Missive van den Resident van Til, geschreeven te Lissabon den vyf en twintighsten deeser loopende maand, houdende adertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[2] ONtfangen een Missive van den Heere vander Meer, haar Hoogh Mogende Ambassadeur aan het Hof van sijne Majesteyt den Koningh van Spagne , geschreeven te Segovien den aghtsten deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[3] ONtfangen een Missive van den Resident van Assendelst, geschreeven te Brussel den vyf en twintighsten deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[4] ONtfangen een Missive van den Secretaris van den Heere van Rheede tot Ginckel, haar Hoogh Mogende Minister aan het Hof van sijne Majesteyt den Koningh van Pruyssen, geschreven te Berlijn den twintighsten deeser loopende maand, houdende advertentie. DI WAAK op geen resolutie is gevallen.
[5] ONtfangen een Missive van Jacob Bogaart, Rentmeester van de Epargnes, geschreeven te Sluys in Vlaanderen den neegentienden deezer loopende maand, houdende , dat hy ter occasie van het stranden van eenige weynige Goederen in den jaare seeventien hondert vyf en dertigh door het verongelucken der twee uytgaande Oostindische Scheepen van de Kaamer Zeeland, als meede by het blyven van het Engelsch Scheepjen van Capiteyn lsaak Darwan in deesen loopenden jaare , hadde vernoomen dat Pieter Scheyderuyt de Vos, Heere van Nieuvliet, sich aan de Stranden voor dezelve Heerlijckheyt geleegen, aanmaatighde het Strandreght , waar over hy als Rentmeester van de Epargnes van haar Hoogh Mogende sich hebbende geaddresseert aan den Bailliuw van dezelve Heerlijckheyt in loco zynde , met verzoeck van zulcks als cen nieuwigheyt te onderlaaten, den zelve hadde gedeclareert daar toe ordres van den Beere der Heerlijckheyt te hebben ; dat hy sich der halven schriftelijk aan den Heere van Nieuvliet hadde geaddresseert, met verzoeck, dat , dewyl zulcks was oen nieuwigheyt voor deezen niet gepractiscert, gemelden Heere van Nieuvliet de gegeeve ordtres geliefde in te trecken, en hem Rentmeester als van ouds aldaar het reght van den Souverain, en sijn officie te laaten exkerceeren, of dat, in geval den zelve vermeynde daar toe reght te hebben, hy het zelve aan hem Rentmeester geliefde te communiceeren, met byvoegingh van zoodanige reedenen, Instrumenten of Bewysen, waar op hy sich was fundeerende, dat hy Rentmeester dezelve bekoomen hebbende , die zoude hebben gesteld aan het oordeel van Raar Hoogh Mogende, om na deductie van het contrarie aan het zelve gepractendeert reght, Instrumenten of Bewysen, die daar toe moghten werden geemployeert, soo veel hem Rentmeester kennelijck was, haar Hoogh Mogende goedvinden en ordres daar op te vraagen; dogh dat den Heere van Nieuvliet aan hem Rentmeester alleenlijck had geantwoord, niets te onderneemen, als het geene waar toe hy oordeelde gerechtight en gefundeert te zyn, en de Bescheyden daar toe niet te zullen overgeeven als aan die geene, en ter plaatse daar het behoorde; verzoeckende hy Rentmeester van de Espargnes, dewyl sulcks was een nieuwigheyt, bevoorens buyten praëtycque; dat haar Hoogh Mogende den Heer van Nieuvliet gelieven te ordormeeren, het Strandreght als van ouds weegens haan Hoogh Mogende , door hem als Renimeester van de Espargnes, aldaar rustigh te laaten exerceeren, en dat, in gevalle haar Hoogh Mogende geliefden gemelde Heer van Nicuvliet te doen getven reedenen, met overlegh van bewysen van sijn nieuwlinghs gepretendeert Strandreght , in piacjuortie van de Espargneer van haar Hoogh Mogende, deselve mogen werden gesteld in handen van hem Rentmeester, ten eynde daar tegens tot conservatie en maintien van het reght van haar Hoogh Mogende, en van sijn offcie, zoo veel aan hem kennelijk soude zyn, te mogen berighten WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeveMissive gesteld zal werden in handen van gemelden Heer van Nieuylievr, om aan haar Hoogh Mogende sijn Beright daar op te laaten toekoomen , specialijck over het fondament en de bewysen, waur op hy sijne sustenue fondeert, om sulaks gesien zynde naader daar over gedisponeert te werden. En zal aan gemelde Rentmeester van de Espargnes werden aangeschreven, dese haar Hoogh Mogende Resolutie aan den zelven te doen insinueeren.
[6] ONtfangen een Missive van Burgermeester en Scheepenen der Steeden en Ambaghten van JHuel en Neusen, geschreeven te Axel den twintighsten deser loopende maand, als meede een Missive van Wouters, Stadhouder van den Bailliuw van Hulst en Hulster-Ambaght , geschreeven te Hulst meede den twintighsten deeser loopende maand, beyde houdende der selver beright , in gevolge; en voldoeninge van haar Hoogh Mogende Resolutie van den drie en twintighsten Juny laatstleeden, op de Requeste van de Bychouders in de Castelenye van Gent, en het Land van Waas, klaagende over de lasten die van haar gevordert wierden van de Byen, door haar gebraght werdsnde; verzoeckende van dien last ontslaagen te zyn. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, nademaal uyt de voorschreeve Benghten blyckt , dat geen nieuwe lasten gevordert worden, maar alleen die, welcke van lange jaaren daar van sijn gevordert ende betaald. Dat derhalven met de voorschreeve Berighten genoegen genoomen zal werden, en dat in het verzoeck by de Requeste van de voorschreeve Byehouders gedaan, niet kan werden getreden, maar werd het selve afgeweesen.