Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archiefnummer 5009, inventarisnummer 1018, pagina 174

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

Op heden den Zesden October des Jaars Achttienhonderd en Veerten,
des nademiddags ten halften uren, zijn voor ons D. Bierens
Raad en Lid van de Kommissie tot den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, verschenen, ten
aude een Kunent aan te gaad, ohan Ferdinand Weberling
Van Dincker in Truissen, Werkman, oud zeven en Zestig Jaren
Weduwnaar van Maria Margaretha Lions, wonende alhier
Meerderjarige zoon van Andries Weberling, en Anna Maria
Volmarie. i beide Overledenig ter Eenre zyde en En
Hermintje van de Weetering, van Amsterdam
Schoonmaakster oud zes en Vyftig Jaren, Weduwe van Hans
Jacob Franke, Wonende Achier. Meerderjarige Dochter van
Octo Jans van de Weetering, en Elsje Hillebrandeeg beide
i
Overleden. ter andere Zyde.
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van
25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register
der Adhoudsgagen, behoortd slhier geschied, den Vif en twintigsten September
en Tweden October Laartleden. in ten tweden, de Dous geduillen der
Verloofden, ten derden, de Doodsedal van de Overledene Vrouw
dis Bruidegoms, ten Vierden de Doodsedal van den Overleden
Man van de Bruid. —n Voorts, Verklaarden ons de aanstaande
Echtgenoten, benevens de Ondergetekende Petuigen, Onder Cede, het
Overlyden hunnen Onderen: en Wederzydache Proot Onderen.
Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of.zij elkander aannamen als Man en
Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naar
der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn verëenigd; alles ingevolge het derde Hoofd-
stuk der Wet van 20 Venlose van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van Indries
Brokholm, buiten beroep, oud Negen en zestig Jaren, Sybrand
Hodder. Schilder Oud Acht en dertig Janen Antony
Junterman Kleirmaker, oud Een en Zestig clani en Johan Gottfrut
Wolz: uitdragen oud Acht en Vyftig Sanen. Alle wonende Albir.
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend. uitgezondert de Echtgenoten, die beide verklaarden niet te kunnen schryven.-
H Brokkelm
P: Brerens
Syorand Modder
Antong Grnterman
Josum gettriees Wolk
138
Op heden den Zesden Cctober des Jaars Achttienhonderd en Veertien,
des redemiddag ten zalf Een uren, zijn voor ons D Pievens.
Raad en Lid van de Kommissie tot den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, verschenen, ten
ande een Kinnenk aan te gad Frantz Henrich Buman, van
Borgholshansen, in het Graafschap Ravensberg: Statmeesters kmst
oud vyftig Javen Weduwnaar Van Anna Maria Heelmeyer,
Wonende Alhier, Mierderjarige zoon van Johan Henrich
Buman, in Anne Marie Cordes, beide Overleden, en ten Eenre Zyden
En Maria Heggeler van Amsterdam buiten beroep,
ond dertig Caven, wonende Alhier, Meerderjarige Dochter van
Johannes Heggelen, Kleermaker, in Maria Clisabet Biekhof:
ede Wonende Alhier, ten andere zyde. En betuigden ons de onder
van de Bruid, thans lhier tegenwoordig, hunne toestemming te
Le
geven tot het Voorschreven Huwelyk
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van
25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register
der Aekondengen, behoordid slhiep geschied, den Vyf en Twintigsten September
en Tweden October Laastleden, ten twesten de Doopcedullen den Ver„
loofsen, ten derden. de Doodjedel van de Overledene Vrouw des Brui:
degoms: -Voorts, Verklaarden ons de Bruidegom benevens de On„
dergetekende: Getuigen. Onderlede het Overlyden zyner Onderen, en
wederzydsche Groot onderen.
Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man en
Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam
der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn verëenigd; alles ingevolge het derde Hoofd-
stuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van Baas van Reukelom,
Bierdrager oud drie en Vyftig Saren, Philip framer, Schoemaker,
oud Twee en Vyftig baren, Gerhard Fredrik Langhinckel, Tapper„
6
ous drie en vyftig Claven, en Pieter Schink. Werkman; Ind Negen en
le
Zestig Clanen. „
Allo wonende Alhien:
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend. uitgezondert den Echtgenoot, die verklaarde niet te kunnen schryven.en
M: Leggelen
C
: Bierens
Cs van Heuwelom
Cramer
J. F. Langperckel
P Schink