Blader door transcripties » Brabants Historisch Informatie Centrum

archiefnummer 7048, inventarisnummer 72, pagina 69

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

1
2
8
Transport.
60 ƒ15040: 36.
600
ten laste van Mattnijs Crouvers te
Tamberk, groot in hoofdsom Zes
honderd gulden
600
00
d. Eene onderhantsche Schuldseken
tenes in dato achtsten Julij acht
tien honderd dertig, à Vijften honderd
in het jaar, ten laste van Laarens
Vermazeren te Groeningen groot
in hoafdsom Vijfhonderd gulden
500
00
C. Eene onderhandsche Schuldbeken
tenis, in dato eersten Ianuarij
achttien honderd drieen Veertig,
à Vierten honderd in het Iaar, ten
laste van Gerard Vinck te Sambert
groot in hoofd som dree honderd
gulden
300
_0
J=o Eene pretentie ten laste van J de knuis
te 's Gravenhage groot tien gulden
10
00.
9. Uit de kontante gelden hiervoor
onder Letter d brieder omschreven, ter
Somma van Zeventien gulden Zes en Vijftig centts
1
56.
Uitmakende voorhaar geregt aan deel
de som van twee duizend zevenentwin
2027
tig gulden zes en Vijftig cents
56
Uitmakende de Kelft der massa ter
Somma
Van Zeventien duizend Zeven en zestig gulden
twee en negentig cents
17.067
92
Deze Verdeeling is geschied zonder eenige toegift
aan de eene of andere zij de
—
Tusschen Partijen is overeengekomen en Vastge
stect
Dat de belang hebbende Jegens elkander tot Rij
waring zullen gehouden zijn, op den voet en de
wijne als bij de Wet is bepaald.
Dat te vrekenen van af den eersten Januarij
achttien honderd Vijfen Veertig, de deel genaaten
Margaretha Rutten echtgenoot van Petrus Mut
Iaerts voor hunne rekening zullen hebben alle
Belastingen en openbare opbrengsten van hun
aan bedeelde ver schuldigd
Dat de belang hebbenden onderling geen verhaal
zullen
tiende & laatste
Blao
c
C
d
zullen hebben, indien nader hand magtblijken dat
de volgens de kadastrale meting opgegevene groot
te der onroerende goederen, met de wezentlyke
maat van hetzelve verschilt, en niet aansprake
lijk zullen wezen wegens gebreken die aan het aan
bedeelde mogten bevonden worden tezijn, zoo mede
dat de onroerende goederen die dezelve inz aanbedeeld
van Leden in gebruik en genot zallen kunnen aan
Vaarden.
—
Dat alle de Interessen van voorschreven Schuld
brieven welke op de respectieve verschijndagen
verschijnen door de deel genaoten aan wien dezel
ven zijn aanbedeeld zullen genoten worden, doen
dat de Interessen welke kreger mogten ver
schenenzijn, en nog niet ingevorderd zijn voor als
nog in onverdeelde gemeenschap zullen worden
beziten.-
en —
—
Dat de deelgenoote Haigare tha Rutter zal Betalen cte kos
len dezer akte, en zulks tot vergoeding der vergunning haar
toegekend van de frrme van M Hullen, betrekkelik de Urbanus Pillen.
De comparanten verklaarden dat hiermede de
onderwerfbelijke scheiding en verdeeling tot weder„
zijds genregen Jan Parttijen heeft plaats gehad
en dat zij daarmede volkomen te vreden zijn
dientengevalge onder de als vooeschreven tusschen
hen gemaakte bepalingen overen wedergten be
hoeve van die het aangaat afstand doende van alleregt
en aan spraak op het hun aanbedeelde, verklarende
de belang hebbende eindelijk nog, voor zoo veel de
Voogd over de minderjarige kinderen betreft, mede
in die hoedanigheid respectievelijk, dat de aan
ieder der deelgenooten toebedeelde Schuldbrieven
en kontante gelden onder zich zijn genomen, en dat
zij ter zake der voienstaande Verdeeling geene vor
deringen hoe oak genaamd, ten laste vanelkander
hebben, toestemmende, dat de verdeelde onroeiende
goederen op de tot dat einde bestemde openhare Registrs
en leggers worden overgebragt ten name van degenen
„
die dezelven zijn aanbedeeld
De comparanten verklaren ten slatte, dat tot de
onderweipelijke nalatenschap alnog behooren eenige
=schuld