___”
UB°£’
ì
Nó. …E» 19A7/13513“ ?;
' dâen Ë‘ébï‘tìûj‘í‘i _19)+5. __……......……....
Ravensbrück.
Aangaan de toestanden, welke in het Duitsche-concentratiekaqp voor
vrouwen te R. heerschen, kunnen wij het volgende mededeelen. De inlich—
tingen berusten op gegevens, bijgewerkt tot eind Januari 19h5-
Stichting en inrichting_van het kamp:
Het kanp is in 1957 in gebruik genomen. Er vertoeven thans nog vrou—
wen, die meer dan zeven jaar geleden werden opgenomen. Hèt bestaat uit
51 barakken, waarvan er 6 als ziekenbarak gebruikt worden. De groote ba—
rakken herbergen 1200 tot 1500 vrouWen‚ de kleine 700 tot 800. Groen of
. boomen zijn er in het kamp niet te zien; rond de barakken staat een alles
omsluitende muur, welke voortdurend onder stroom staat. De paden tusschen
de barakken zijn bestrooid met kolengruis hetgeen ten gevolge heeft, dat
alles voortdurend onder het kolenstof zit.
Elke barak bevat twee slaap— en twee woonzalen benevens waschruinte
en wc‘s. Aangezien het kamp voortdurend overvol is, zijn vele woonzalen
ook als slaapzaal in gebruik. Bovendien worden de woonzalen als werkver—
trek gebruikt. Oude vrouwen, die de zgn. breicolonnes vormen, breien in
de dagverblijven. Zoodoende worden de zgn. "verfügbaren" (de vrouwen, die
geen, of nog geen bepaald werk hebben) gedwongen in de gangen en waschruijn-
ten te blijven hangen of in bed te blijven liggen.
Bevolking van het kamp:
Er vertoeven u0.000 vrouwen van vele nationaliteiten; Poolsehe, Rus—
sische, Tsjechische, Belgische, Nederlandsche, Fransche, Noorsche, Yougo—
slavische en Duitsche. Er waren ook enkele Grieksche en Deensche vrouwen.
De gevangenen zijn verdeeld in drie groepen;
1. Politieke gevangenen (gekenmerkt door een roeden driehoek op de jurk).
Hiertoe werden ook gerekend alle Poolsche evacuee's uit Werschau enz.
benevens de Duitsche vrouwen, die gevangen genomen waren wegens omgang
met Polen (z.g. bettpolitisch). Een aparte groep Vormde nog de z.g.
NNhhäftlinge. Deze groep werd v.or straf behandeld als volslagen name-
loos; zij mochten op geenerlei wijze contact hebben met de buitenwereld;
niemand wist van haar waar zij zich bevonden.
2. Misdadige elementen (met groenen driehoek);
3. Assecialen (zwarten driehoek).
Bij deze groep waren zonder uitzondering alle zigeuners ingedeeld,
In het kamp was een sterke doorstrooming; op 1 Sept. 19a4 was men met de
nmmnering 64.000; qp 1 Jan. 19h5 reeds op 97.000; in deze 4 maanden waren
dus 33.000 het kanp gepasseerd.
Als er een transport aankont blijft het op straat staan, tot er ergens
plaats gemaakt is. De 600 Nederlandsche vrouwen, die in Sept. uit vught en
Scheveningen naar dit kamp werden overgebracht, stonden drie dagen en nachten
op straat. Alle gelegenheid om te zitten ontbrak; men kon dit alleen in het
kolengruis doen.
In de winter werd een tent weer in gebruik genomen voor de nieufiaankomen—
den. Deze had de greets van een barak, maar zonder vragen hoe dit mogelijk
zou zijn perste men er 2.000 à 5.000 menschen in. Zoo kwam er bijv. eens een
transport van Hongaarsche joden (die uit Auschwitz vandaar naar Frankfurt
a/Main waren gestuurd en daar te werk gesteld, haar werk was bestrating en
boscharbeid; hetgeen in de maand Noveúber geschiedde zonder jassen en veelal
blootsvoets). Deze vrouwen leden aan verzweringen aan de beenen, aan buik—
kwalen enz. Allen waren geheel buiten zichzelf. In dien toestand werden zij
epgebórgen in de ijzigknude tent, waar een gedeelte van de geevacueerden uit
warschau zich nog in bevonden; gedeeltelijk huilden zij dag en nacht. Zulk
een groep kon alleen maar met de knots geregeerd worden. Als er eten uitge—
deeld werd, werd ieder naar buiten gedreven, omdat anders alle controle en—
mogelijk was.
-2—