Nedergerechten inschrijving (vonnis) op te Wijmbritseradeel

Vermeld

• Alger Wibes
• Wibe Wijttijes

Eiser

• Ocke Jeltes

Gedaagde

• Bocke Doedes

Opmerking

eiser erkent dat gedaagde in huur hebben gehad gedurende 12 jaar bepaalde landen die hij van zijn kind bij Bauck Jacops geërfd heeft. En ook dat Sas één der gedaagden op zondag voor Allerheiligen in 1554 of daaromtrent met eiser overeen gekomen zijn dat zij van de 10 jaar (niet betaalde huur) voor elke pm zouden betalen hetgeen Alger Sibes en Wibe Wijttijes zouden vaststellen. Dezen stelden 31 st per pm vast voor de afgelopen 10 jaar. De gedaagden hebben gezamenlijk en elk afzonderlijk n.l. Sas hiervoor en Bocke daarna aan hem in vermindering hiervan al geld betaald, zoals ze hem ook de huur van 1555 betaald hebben. Ook ging Bocke akkoord dat hij voor het afgelopen jaar gg 11 aan huur zou betalen, evenals om het restant van de 10 jaar huur met de eiser af te rekenen. Dit volgens een kopie van de akte van aanneming bij dit proces gevoegd. Eiser wil de betaling van deze gg 11 en het restant huur. De gedaagden stellen dat zij nadrukkelijk ontkennen dat de eiser land toekomt dat zij gebruiken of gebruikt hebben. Ook zal niet blijken dat de deling van land die tussen hen en de eiser plaats gevonden mag hebben geen waarde heeft. Het klopt dat van het land dat gedaagde van wijlen Bauck gebruikte ook gebruikt zijn door wijlen Anne Heres de vorige man van Sas voor de tijd van hun huwelijk. Dus moeten de erfgenamen van deze Anne deze onbetaalde huur betalen aan degene die dit toekomt. Ook wordt opgemerkt dat Sas bij het contract, wat de eiser in het 2e en 3e art van zijn petitie aangeeft met haar gemaakt te hebben benadeeld is aangezien zij in dit contract zich verplicht tot betaling van iets wat zij niet schuldig en behoort zij in alles gerestitueerd te worden aangezien zij toen nog geen 25 jaar was. Ook bezat eiser toen nog geen landen door de gedaagde gebruikt, dus is eiser geheel zonder actie. Verzocht wordt om Sas voor alle omissies en daden van het contract gerestitueerd zal worden. Het proces bevond zich in feiten contrarie, waarop aanvullend bewijs gevraagd is, waarop getuigenverklaringen ingebracht zijn, waarna het gerecht, ook gehoord de verklaringen van de commissaris, de gedaagde veroordeelt de conclusie van de eiser te onderhouden evenals in de proceskosten. De veroordeelde gaat in beroep.

Bronvermelding

AlleFriezen te Leeuwarden, Nedergerechten
Nedergerecht Wijmbritseradeel - Tresoar, Deel: 025, Periode: 1555-1560, Wijmbritseradeel, archief 13-45, inventaris­num­mer 025, 16 oktober 1557, Sententieboeken, folio 215v

Deze gegevens zijn voor het laatst op 25 augustus 2022 door de bronhouder bijgewerkt en voor het eerst gepubliceerd op Open Archieven op 12 juni 2019. Online code frl1. Herkomst informatie: A2Acollection oai-pmh_20230123_5201_00005201.xml van FRL.

De bovenstaande gegevens zijn gebruikt om gerelateerde informatie te zoeken, de resultaten: