Notariële akte op

Geregistreerden

• Elisabeth Geertruida Paardekooper, wonende te Galder, Legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel be-hoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de suc-cessierechten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Cornelis van der Sanden, wonende te Ginneken, kleermaker van beroep, Als getuige betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekooper, wonende in Galder op kasteel Bouvigne.
  Legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel be-hoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de suc-cessierechten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Jan van Alphen, wonende te Ginneken, schoenmaker van beroep, Als getuige betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekooper, wonende in Galder op kasteel Bouvigne.
  Legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel be-hoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de suc-cessierechten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Jan van der Steen, wonende te Ginneken, herbergier van beroep, Als getuige betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekooper, wonende in Galder op kasteel Bouvigne.
  Legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel be-hoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de suc-cessierechten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Hermanus Faassen, wonende te Ginneken, winkelier van beroep, Als getuige betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekooper, wonende in Galder op kasteel Bouvigne.
  Legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel be-hoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de suc-cessierechten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Dirk Daniel van Eijck, wonende te Galder, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, wonende te Colijnsplaat, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Adriana Pietronella Paardekooper, wonende te Colijnsplaat, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Orelia Paardekooper, wonende te Colijnsplaat, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Leendert Abraham Paardekooper, wonende te Colijnsplaat, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Neeltje Haringman, wonende te Colijnsplaat, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Daniel Petter, wonende te Notsel, 1e Luit.adj.v.maj.van Dam, bij Korps Jagers van beroep, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Wilhelmina Tissot van Patot, wonende te Breda, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Steven Geerts, wonende te Chaam, landbouwer van beroep, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Geertruida de Koning, wonende te Galder, keukenmeid van beroep, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Johannes Jacobus Paardekooper, wonende te Zierikzee, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.
• Hermanus Wilhelmus Schäuikes, wonende te Breda, secretaris van Breda van beroep, Betrokken bij testament van Elisabeth Geertruida Paardekoo-per, wonende in Galder op kasteel Bouvigne, die legateert aan haar nicht Elisabeth Geertruida Pietronella Johanna Paardekooper, dochter van Leendert Abraham Paardekooper en Neeltje Haringman, wonende in Colijnsplaat in Noord-Beveland, al haar kleding, al haar sieraden en juwelen, een bijbel met goudbeslag + diverse delen zilveren bestek in 12-voud, welke goederen niet in haar boedel behoeven te worden ingebracht, maar waarvoor wel de successierech-ten nog moeten worden betaald.
  Legateert aan Daniel Petter, 1e Luitenant adjudant bij het Korps Jagers van Majoor van Dam, nu gekantonneerd in Notsel onder Ginneken, nadat het eerstgenoemde legaat is gehonoreerd, het door haar bewoonde kasteel Bouvigne, met landerijen en gebouwen, staande en gelegen in Galder onder Ginneken, met de gehele boedel en contant geld, paard en rijtuigen, en waardepapieren. Wel dienen hierop in korting gebracht te worden de legaten aan de executeur, aan Wilhelmina Tissot van Patot alsmede aan de dienstbo-den, tuinman en arbeiders, de successierechten, de kosten van haar laatste ziekte en van haar begrafenis.
  Legateert aan Wilhelmina Tissot van Patot, die heeft ge-woond op het buitenverblijf genaamd de Kleinen Eemer onder Princenhage, nu met domicilie in Breda, een hypothe-caire schuldvordering groot 1300 gld, die ten laste is van Steven Geerts, landbouwer, wonende in Chaam.
  Legateert aan de keukenmeid Geertruida de Koning, indien deze bij haar overlijden nog bij haar inwoont, een bedrag van 100 gld boven de dan aan haar verschuldige huurgelden.
  Legateert aan tuinman, knecht en werkmeid die ten tijde van haar overlijden in dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 50 gld, boven de dan aan hun verschuldigde huurgelden.
  Legateert aan de beide arbeiders, die ten tijde van haar overlijden in haar dienst zullen zijn, ieder een bedrag van 25 gld, boven het weekgeld dat hun dan nog toekomt.
  De executeur dient de genoemde legaten binnen 3 maanden na haar overlijden aan de betrokken personen uit te betalen.
  Benoemt voorts, na aftrek van alle bovengenoemde legaten, tot haar enige en algehele erfgenamen van al haar overige roerende en onroerende goederen en waardepapieren, kortom alles wat verder tot haar nalatenschap behoort, voor de ene helft de 3 kinderen van haar neef Leendert Abraham Paardekooper, burgemeester van en wonende in Colijns-plaat in Noord-Beveland, en van diens echtgenote Neeltje Haringman, genaamd Adriana Pietronella, Elisabeth Geer-truida Pietronella Johanna en Orelia Paardekooper, met dien verstande dat hun vader voornoemd gedurende zijn leven het vruchtgebruik en de revenuen hiervan zal genieten; en voor de andere helft, ook na aftrek van alle bovengenoemde legaten, haar neef Johannes Jacobus Paardekooper, wonen-de in Zierikzee. Mocht een of meerdere kinderen eerder dan zij overlijden, dan erven hun wettige kinderen, en indien niet aanwezig, dan erft hun vader voornoemd. Mocht Johannes Jacobus Paardekooper eerder dan zij overlijden, dan erven zijn kinderen, en indient niet aanwezig de kinderen van Leendert Abraham Paardekooper voornoemd.
  Benoemt tot haar executeur Hermanus Wilhelmus Schäuikes, secretaris der stad Breda en aldaar woonachtig.
  Wenst begraven te worden op het "gereformeerde" kerkhof in Ginneken, bij haar overleden echtgenoot Dirk Daniel van Eijck, met een zerk waarop hun namen vermeld staan.
  Legateert aan de executeur voornoemd een bedrag van 200 gld.
  Gedaan ten huize van Elisabeth Geertruida Paardekooper in Galder onder Ginneken.
  Getuigen: Cornelis van der Sanden, kleermaker, Jan van Alphen, schoenmaker, Jan van der Steen, herbergier, en Hermanus Faasen, winkelier, allen wonende in Ginneken.

Opmerking

Notaris: P.C. Wiercx

Bronvermelding

Stadsarchief Breda te Breda, Notariële archieven
Notariële archieven Ginneken en Bavel 1811-1841, Bron: repertoire, Deel: 4909, Peri..., Ginneken en Bavel, inventaris­num­mer 4909, 19 juli 1836, P.C. Wiercx, Repertoire, 01-12-1833 / 1836, aktenummer 55, folio 9

Deze gegevens zijn voor het laatst op 28 januari 2014 door de bronhouder bijgewerkt en voor het eerst gepubliceerd op Open Archieven op 5 juli 2016. Online code brd1. Herkomst informatie: A2Acollection oai-pmh_20231208_17961_00017961.xml van BRD.

De bovenstaande gegevens zijn gebruikt om gerelateerde informatie te zoeken, de resultaten: