Nedergerechten inschrijving (vonnis) op te Wijmbritseradeel

Vermeld

• Seerp Broers
• Sickinga, advocaat van beroep

Eiser

• Jorrijt Bockes, wonende te Roordahuizum, als momber en curator van de weeskinderen van Seerp Broers

Gedaagde

• Aucke Auckes

Verkoper

• Wijttije Harings

Opmerking

eiser stelt dat hij op 9-12-1555 gg 12 jaarlijkse rente gekocht heeft uit een sate land te Heeg genaamd "Cleijn Sinnema", zoals blijkt uit bijgevoegde kopie koopakte en kwitantie. Eiser heeft hierop ook consent verkregen van het HvF zoals blijkt uit de kopie consentbrief. Eiser is in goede en deugdelijke possessie om deze gg 12 rente te ontvangen. Maar Wijttije Harings, verkoper van deze renten, heeft deze landen aan gedaagde verkocht. Gedaagde heeft deze koop te bode gesteld, waarop eiser op de 3e proclamatiedag deze koop verspierd heeft betreffende deze gg 12 renten. Gedaagde heeft daarop eiser gedagvaard om deze verspiering te vervolgen of ervan af te zien. Dus moest eiser dienen van libel, waarbij hij het gerecht om een vonnis vraagt waarbij deze verspiering rechtmatig verklaard wordt. Gedaagde stelt dat uit de kopieen kan blijken dat eiser in 1550 voormomber en tutor geweest mag zijn van de weeskinderen van w. Seerp Broers, maar dat dit inmiddels 12 jaar geleden is. Daaruit volgt dat deze weeskinderen inmiddels door de verstreken tijd en hun leeftijd al ontslagen zijn van curatele en dus eiser niet meer als momber of curator kan ageren. Eiser dient dus niet ontvankelijk verklaard te worden. Ook blijkt uit de bijgevoegde kopieen dat deze renten alleen op redemptie verkocht zijn uit half "Cleijn Sinnema" en de eiser heeft de verspiering op geheel "Cleijn Sinnema" gedaan. Ook zal de eiser niet kunnen ontkennen onder de eed van Calumnie, dat hij gedaagde beloofd heeft dat gedaagde deze gg 12 rente mag redimeren (inlossen) voor het bedrag waarvoor deze verkocht zijn voorzover het gedaagde zijn aandeel in Wijttije's verkoop [van land] betreft. Gedaagde wil hierbij alsnog de weeskinderen het gemelde bedrag met onkosten restitueren en daarmee de landen bevrijden. Gedaagde wenst dat eiser niet ontvankelijk verklaard wordt, dat de verspiering zoals die gedaan is nietig verklaard wordt en dat eiser veroordeeld zal worden deze renten en landen met hypotheek te "verlaten", waarbij hij de gemelde gg 200 met onkosten zal ontvangen. Partijen hebben geconcludeerd en om recht en expeditie van justitie verzocht. Het gerecht verklaart de verspiering rechtmatig, veroordeelt gedaagde zich daaraan te onderwerpen en verklaart gedaagde m.b.t. zijn conclusie contrarie jegens eiser niet ontvankelijk en veroordeelt hem in de proceskosten. Veroordeelde gaat middels Sickinga in beroep.

Bronvermelding

AlleFriezen te Leeuwarden, Nedergerechten
Nedergerecht Wijmbritseradeel - Tresoar, Deel: 005, Periode: 1562-1564, Wijmbritseradeel, archief 13-45, inventaris­num­mer 005, 13 september 1562, Recesboeken, folio 10

Deze gegevens zijn voor het laatst op 25 augustus 2022 door de bronhouder bijgewerkt en voor het eerst gepubliceerd op Open Archieven op 22 maart 2022. Online code frl1. Herkomst informatie: A2Acollection oai-pmh_20230123_5269_00005269.xml van FRL.

De bovenstaande gegevens zijn gebruikt om gerelateerde informatie te zoeken, de resultaten: